Weinig
arbeidsmigratie
uit
Oost-Europa
De
Nederlandse
arbeidsmarkt
heeft
weinig
te
duchten
van
de
aanstaande
uitbreiding
van
de
Europese
Unie
,
voorspellen
migratie-experts
.
Alleen
de
detacheringsregeling
baart
de
vakbeweging
zorgen
.
Hoge
werkloosheid
en
lage
lonen
-
het
lijken
sterke
prikkels
voor
Oost-Europeanen
om
hun
heil
elders
te
zoeken
,
bijvoorbeeld
in
Nederland
.
Dat
zou
niet
verkeerd
zijn
,
vindt
president
Nout
Wellink
van
De
Nederlandsche
Bank
,
want
zonder
arbeidsmigranten
valt
"
ons
"
huidige
welvaartspeil
niet
te
handhaven
.
Ook
de
werkgevers
zouden
er
niet
om
treuren
.
Wat
meer
armslag
op
krappe
delen
van
de
arbeidsmarkt
,
is
welkom
,
zegt
secretaris
sociale
zaken
Sip
Nieuwsma
van
VNO-NCW
.
Alleen
de
vakbeweging
is
gereserveerder
:
als
de
komst
van
Oost-Europese
werknemers
maar
niet
leidt
tot
uitholling
van
"
onze
"
arbeidsvoorwaarden
,
waarschuwt
vice-voorzitter
Kitty
Roozemond
van
de
FNV
.
Trekken
Oost-Europese
werknemers
naar
het
westen
als
de
EU
oostwaarts
uitbreidt
?
Tien
landen
met
samen
75
miljoen
inwoners
komen
in
mei
2004
bij
de
Europese
Unie
.
Van
de
acht
Oost-Europese
toetreders
ligt
de
werkloosheid
alleen
in
Hongarije
en
Slovenie
onder
het
EU-gemiddelde
(
7,4
procent
)
.
Uitschieters
zijn
Polen
(
18,4
)
en
Slowakije
(
19,4
)
.
Ook
qua
koopkracht
zijn
de
verschillen
groot
,
uiteenlopend
van
33
procent
(
van
het
EU-gemiddelde
)
in
Letland
tot
69
procent
in
Slovenie
.
Hier
zit
Polen
op
40
procent
.
"
De
echte
problemen
zitten
niet
in
de
te
verwachten
arbeidsmigratie
uit
de
kandidaat-lidstaten
,
maar
in
de
landen
die
niet
bij
de
EU
komen
,
zoals
Oekraine
en
Wit-Rusland
"
,
voorspelt
onderzoeker
Werner
Becker
van
Deutsche
Bank
in
Frankfurt
.
"
Met
die
landen
zijn
de
verschillen
in
werk
en
inkomen
nog
veel
groter
.
"
Daarom
ook
zullen
de
controles
langs
de
"
binnengrenzen
"
met
de
toetredende
landen
pas
worden
opgeheven
als
de
bewaking
van
de
nieuwe
buitengrenzen
in
orde
is
.
En
dat
zal
naar
verwachting
nog
jaren
duren
.
Het
is
een
misverstand
dat
de
animo
van
Oost-Europeanen
om
deze
kant
op
te
komen
groot
zal
zijn
.
Daar
zijn
,
blijkens
diverse
studies
,
geen
aanwijzingen
voor
.
Een
consortium
van
gerenommeerde
onderzoeksbureaus
heeft
er
in
opdracht
van
de
Europese
Commissie
onderzoek
naar
gedaan
.
Het
becijfert
dat
over
een
periode
van
dertig
jaar
bijna
vier
miljoen
mensen
uit
Midden
-
en
Oost-Europa
naar
de
huidige
vijftien
lidtstaten
lidstaten
zullen
migreren
.
Onder
hen
zouden
1,2
miljoen
arbeidsmigranten
zijn
.
"
Dat
is
alleszins
bescheiden
"
,
vindt
migratie-expert
Herbert
Bruckner
van
het
Deutsches
deutscher
Institut
fur
Wirtschaftsforschung
(
DIW
)
in
Berlijn
dat
deel
uitmaakt
van
het
consortium
.
Het
leeuwendeel
zouden
Duitsland
(
65
procent
)
en
Oostenrijk
(
12
procent
)
voor
hun
rekening
nemen
,
en
binnen
deze
Ziellander
met
name
de
regio's
die
grenzen
aan
de
toetredende
landen
.
Voor
Nederland
zou
het
in
die
dertig
jaar
om
circa
44.000
Oost-Europese
migranten
gaan
,
ruim
vier
keer
zo
veel
als
nu
.
Natuurlijk
,
beaamt
Bruckner
,
het
zijn
modelstudies
,
en
je
weet
vrijwel
zeker
dat
de
werkelijkheid
zich
daar
niet
aan
zal
houden
.
Veel
zal
afhangen
van
hoe
de
economie
zich
ontwikkelt
.
Gaat
het
in
de
"
nieuwe
"
lidstaten
geleidelijk
beter
,
dan
zal
de
prikkel
tot
arbeidsmigratie
afnemen
.
Omgekeerd
leert
een
recente
studie
over
de
Oost-Duitse
deelstaat
Saksen
dat
de
arbeidsmigratie
opleeft
als
beloofde
vooruitgang
uitblijft
.
Vorig
jaar
namen
62.000
Saksen
de
wijk
,
het
hoogste
aantal
sinds
de
Duitse
hereniging
in
1990
.
Vooral
beter
opgeleide
jongeren
besloten
-
alsnog
-
hun
geluk
in
West-Duitsland
te
beproeven
.
Daar
zagen
ze
,
ondanks
de
miljarden
steun
voor
de
wederopbouw
,
meer
kans
op
werk
en
ook
meer
kans
op
een
hogere
beloning
.
De
drempels
voor
arbeidsmigratie
blijken
legio
.
Familie
en
vrienden
,
taal
,
diploma's
.
Bovendien
heeft
de
"
oude
"
EU
bedongen
dat
ze
het
vrije
verkeer
van
Oost-Europese
werknemers
na
de
EU-uitbreiding
nog
maximaal
zeven
jaar
aan
banden
mag
leggen
.
Duitsland
en
Oostenrijk
zullen
die
optie
zeker
benutten
.
Verlichting
van
de
Oost-Europese
migratiedruk
valt
ook
te
verwachten
van
het
onlangs
beklonken
uitstel
van
de
hervormingen
in
de
Europese
landbouwpolitiek
.
Want
die
leiden
tot
een
"
warmere
"
sanering
van
de
Oost-Europese
landbouwsector
dan
aanvankelijk
werd
gevreesd
.
Traditioneel
is
de
grensoverschrijdende
arbeidsmobiliteit
in
Europa
bescheiden
.
Nederland
zit
nog
iets
onder
het
Europees
gemiddelde
van
ruim
5
procent
van
de
beroepsbevolking
.
Daarin
tellen
ook
de
werknemers
mee
die
tijdelijk
in
een
ander
land
gaan
werken
.
Nederland
gaf
daarvoor
vorig
jaar
ruim
30.000
vergunningen
af
,
waarvan
7.263
aan
werknemers
uit
Oost-Europese
kandidaat-lidstaten
.
Dat
waren
er
meer
dan
twee
keer
zo
veel
als
in
1999
(
3.934
)
.
Het
betreft
vooral
seizoensarbeid
in
de
dienstverlening
en
in
de
land
-
en
tuinbouw
.
De
EU-uitbreiding
biedt
volgens
Sip
Nieuwsma
van
VNO-NCW
op
den
duur
een
"
welkome
aanvulling
"
van
de
Nederlandse
arbeidsmarkt
.
Daar
is
volgens
hem
sprake
van
"
een
dramatische
daling
van
de
instroom
van
jongeren
in
technische
beroepen
"
.
Behalve
voor
metaalbewerkers
,
lassers
,
en
automonteurs
,
kan
een
grotere
EU
volgens
hem
ook
soelaas
bieden
voor
personeelskrapte
in
de
zorg
.
Zorgen
maakt
Kitty
Roozemond
van
de
vakcentrale
FNV
zich
alleen
over
"
het
lek
"
in
de
manier
waarop
Nederland
omgaat
met
de
Europese
detacheringsrichtlijn
.
Want
voor
in
Nederland
gedetacheerde
buitenlandse
werknemers
gelden
wel
de
algemene
vooorwaarden
voorwaarden
(
minimumloon
,
arbeidstijden
,
arbeidsomstandigheden
,
gelijke
behandeling
)
,
maar
niet
de
overige
afspraken
die
in
Nederlandse
CAO's
zijn
geregeld
.
"
Deze
ongelijke
behandeling
biedt
bijvoorbeeld
Poolse
detacheerders
de
mogelijkheid
om
Nederlandse
arbeidsvoorwaarden
te
ontduiken
"
,
zegt
Roozemond
.
Alleen
voor
de
bouw
is
deze
"
sociale
dumping
"
ondervangen
(
naar
aanleiding
van
wildwesttoestanden
in
de
bouwput
"
Berlijn
"
)
.
De
vakbeweging
vindt
dat
ook
in
andere
bedrijfstakken
voor
gedetacheerde
werknemers
het
volledige
pakket
arbeidsvoorwaarden
van
het
"
werkland
ierland
werkman
werkend
"
moeten
gelden
.
Grote
verschillen
in
werkloosheid
EU-kandidaten
NRC
Handelsblad
111202
-
Bron
:
Eurostat
Binnenlandse
politiek
;
Werkgelegenheid
;
Arbeid
;
Economie
;
Sociale
Economie
;
Politiek
en
Staat