Daadkracht
mag
geen
dode
letter
blijven
Er
moet
niet
alleen
gepraat
worden
over
nieuwe
politiek
en
de
zegeningen
van
de
informatiesamenleving
maar
bovenal
over
de
concrete
aanpak
van
maatschappelijke
problemen
,
vinden
Arthur
Docters
van
Leeuwen
,
Wim
Deetman
,
Ivo
Opstelten
,
Marco
Pastors
en
Roel
in
't
Veld
.
Onvrede
over
de
overheid
en
de
politiek
is
aan
de
orde
van
de
dag
.
Het
afgelopen
jaar
is
het
nationale
onbehagen
gemobiliseerd
,
maar
er
is
nauwelijks
een
begin
gemaakt
met
het
wegnemen
van
de
oorzaken
daarvan
.
Die
hebben
namelijk
minder
te
maken
met
het
democratisch
gehalte
van
ons
politieke
systeem
dan
met
het
praktische
presteren
ervan
.
Kernprobleem
is
de
ineffectiviteit
van
de
overheid
in
de
zorg
,
integratie
,
onderwijs
,
vervoer
,
sociale
voorzieningen
en
veiligheid
.
En
dat
zit
hem
niet
in
een
gebrek
aan
goede
bedoelingen
of
inhoud
van
beleid
,
maar
in
een
gebrek
aan
goede
sturing
en
instrumentatie
en
daarom
in
een
gebrekkige
uitvoering
.
Verschillende
commissies
hebben
in
de
afgelopen
twee
jaar
adviezen
uitgebracht
over
het
verbeteren
van
het
functioneren
van
de
overheid
.
We
noemen
er
een
paar
:
de
commissies
Snellen
,
Franken
,
Cerfontaine
,
Docters
van
Leeuwen
,
Wallage
,
denktank
Infodrome
.
Ook
de
verkiezingsboeken
van
Fortuyn
en
Balkenende
stonden
vol
adviezen
over
de
veranderende
samenleving
,
en
de
wijze
waarop
de
overheid
in
haar
beleid
en
organisatie
antwoorden
kon
geven
op
nieuwe
vragen
.
Vragen
van
individualisering
,
het
afnemend
belang
van
nationale
grenzen
,
een
andere
economische
orientatie
en
de
verschuiving
van
macht
door
informatie
,
die
vooral
via
internet
voor
steeds
meer
mensen
beschikbaar
is
.
De
adviezen
verschilden
in
onderwerp
:
een
andere
inrichting
van
het
openbaar
bestuur
,
ICT
inzetten
voor
betere
overheidsdienstverlening
,
het
beschermen
van
de
privacy
van
burgers
,
investeren
in
een
kenniseconomie
,
etc.
De
twee
belangrijkste
overeenkomsten
tussen
die
adviezen
zijn
opmerkelijk
:
ze
benadrukten
zonder
uitzondering
de
urgentie
van
vernieuwing
,
en
er
is
bar
weinig
mee
gebeurd
.
In
omliggende
landen
is
er
wel
werk
gemaakt
van
vernieuwing
.
In
Belgie
bijvoorbeeld
is
de
sociale
zekerheid
op
orde
,
omdat
daar
gekozen
is
voor
centrale
regie
van
de
informatievoorziening
.
Hier
worstelen
we
nog
met
onvolledigheid
van
de
gemeentelijke
basisregistratie
,
honderdduizenden
onjuiste
sofi-nummers
en
valse
en
gestolen
paspoorten
die
niet
uit
roulatie
genomen
worden
.
In
Belgie
is
fraude
door
werkgevers
,
huisjesmelkers
en
uitkeringsgerechtigden
bijkans
onmogelijk
.
Dat
leidt
er
niet
alleen
toe
dat
er
ongeveer
twee
miljard
euro
per
jaar
aan
extra
premies
wordt
binnengehaald
,
maar
ook
dat
goede
ondernemers
niet
worden
kapot
geconcurreerd
door
ondernemers
die
zich
niets
aantrekken
van
de
regels
.
In
Denemarken
wordt
de
hulpverlening
gecoordineerd
gecoördineerd
gecoördineerde
door
een
succesvolle
coproductie
van
patient
patienten
en
huisarts
,
die
samen
ziekenhuizen
,
specialisten
en
apotheken
als
tweedelijns
hulpverleningsinstanties
sturen
.
Dat
is
mogelijk
doordat
er
een
gemeenschappelijke
,
open
source
ICT-infrastructuur
is
,
die
gegevensuitwisseling
tussen
instanties
bevordert
.
In
Nederland
is
het
daarentegen
een
groot
eilandenrijk
van
niet
met
elkaar
communicerende
informatiesystemen
.
Het
systeem
in
Denemarken
leidt
niet
alleen
tot
een
tijdwinst
van
veertig
minuten
per
dag
voor
de
arts
,
maar
ook
tot
betere
dienstverlening
aan
de
patient
patienten
.
En
de
patient
patienten
komt
in
dit
systeem
meer
aan
het
roer
.
In
Nederland
weten
we
paternalisme
en
inefficientie
inefficiente
op
een
bijna
perverse
wijze
aan
elkaar
te
koppelen
.
Doen
de
Belgen
en
de
Denen
het
beter
omdat
ze
een
succesformule
hebben
gevonden
,
of
hebben
we
in
Nederland
te
veel
faalfactoren
?
Is
het
onkunde
of
onwil
?
Een
verklaring
is
de
bestuurlijke
complexiteit
in
Nederland
,
waar
de
decentrale
eenheidsstaat
ervoor
zorgt
dat
competenties
continu
worden
betwist
.
Een
loket
voor
overheidsdienstverlening
zal
er
niet
komen
als
de
gemeenten
ieder
afzonderlijk
hun
systemen
willen
behouden
.
Maar
wat
is
belangrijker
,
het
behoud
van
de
autonomie
van
onze
openbare
instellingen
of
het
verbeteren
van
hun
prestaties
?
Een
andere
verklaring
is
het
risicomijdend
gedrag
van
veel
ambtenaren
en
bestuurders
.
De
laatste
tien
jaar
is
de
verhouding
tussen
politiek
en
ambtenarij
dermate
verstoord
dat
op
de
departementen
veelal
de
angst
regeert
.
Tegenwoordig
gaat
bij
fouten
niet
de
minister
maar
een
hoge
ambtenaar
de
laan
uit
.
Dus
wordt
vooral
het
gebrek
aan
initiatief
beloond
.
ICT
wordt
door
bestuurders
nog
te
veel
gezien
als
een
luxe
investering
,
een
stokpaardje
van
internetgoeroes
en
techneuten
,
niet
als
een
instrument
om
de
aard
en
uitvoering
van
bestuurlijk
handelen
te
veranderen
.
ICT
wordt
nog
onvoldoende
begrepen
en
benut
om
de
eigen
processen
en
doelen
van
organisaties
beter
te
laten
aansluiten
op
hun
institutionele
en
maatschappelijke
omgeving
.
Daardoor
blijven
veel
slimme
oplossingen
in
de
pilotfase
slotfase
steken
of
simpelweg
in
de
lades
liggen
.
Ook
de
sociale
partners
pakken
hun
maatschappelijke
plichten
nauwelijks
op
.
De
SER
houdt
het
precaire
evenwicht
in
afspraken
het
liefst
in
balans
,
en
al
te
radicale
oplossingen
verstoren
de
lieve
vrede
.
Het
is
een
schande
dat
er
anno
2002
door
vakbonden
en
werkgevers
nog
steeds
voornamelijk
over
CAO's
onderhandeld
wordt
,
terwijl
arbeidsmarkt
en
sociale
zekerheid
zo
dringend
aan
vernieuwing
toe
zijn
.
Vernieuwing
die
alleen
mogelijk
is
wanneer
er
wordt
samengewerkt
.
En
dan
de
doorgeslagen
nadruk
op
privacy
.
Het
is
maar
de
vraag
of
de
belangen
die
men
in
dat
kader
beoogt
te
beschermen
,
wel
echt
beschermd
worden
.
Grote
hoeveelheden
onnodige
informatie
worden
onoverzichtelijk
opgeslagen
.
Wat
ermee
gebeurt
is
onduidelijk
.
Is
de
Nederlandse
invulling
van
de
bescherming
van
de
persoonlijke
levenssfeer
niet
voornamelijk
een
papieren
werkelijkheid
met
hoge
materiele
materieel
materialen
immateriele
en
immateriele
maatschappelijke
kosten
?
De
impasse
wordt
vooral
veroorzaakt
door
te
weinig
politiek-bestuurlijke
stuurmanskunst
,
doortastendheid
en
lef
om
adviezen
om
te
zetten
in
concrete
daden
.
Het
enige
wat
lijkt
te
tellen
is
de
gunst
van
de
kiezer
en
het
voorkomen
van
onrust
.
Maar
opportunisme
en
vaagheid
leiden
alleen
maar
tot
grotere
ellende
.
Het
nieuwe
kabinet
moet
dus
actie
ondernemen
,
wil
het
iets
doen
aan
de
onvrede
in
de
polder
.
De
overheid
moet
inzien
dat
investeren
minder
geld
kost
dan
het
oplevert
.
Investeringen
in
de
zorg
,
sociale
zekerheid
en
veiligheid
kunnen
al
veel
sneller
renderen
door
reductie
van
de
uitvoeringskosten
.
Die
investeringen
moeten
gericht
zijn
op
een
andere
manier
van
sturen
.
De
overheid
moet
niet
vanuit
een
klassiek
maakbaarheidsideaal
centraal
willen
sturen
,
noch
moet
zij
alles
outsourcen
,
decentraliseren
en-of
verzelfstandigen
.
Vooral
op
het
niveau
van
infrastructuur
moet
de
overheid
gaan
sturen
.
Door
op
dat
niveau
te
standaardiseren
maken
we
de
nodige
samenwerking
en
gegevensuitwisseling
tussen
dienstverleners
en
dienstontvangers
en
diensten
onderling
mogelijk
of
zelfs
noodzakelijk
.
Een
gemeenschappelijke
ICT-infrastructuur
(
basisregistraties
,
bestandsdefinities
,
communicatieprotocollen
,
beveiliging
)
zorgt
ervoor
dat
elke
overheidsorganisatie
effectiever
en
efficienter
gaat
optreden
.
Een
overzichtelijk
informatiebeheer
zorgt
er
bovendien
voor
dat
toezicht
en
handhaving
beter
uitvoerbaar
worden
.
Daarvoor
moeten
een
paar
heilige
huisjes
sneuvelen
-
de
huidige
privacy-regeling
bijvoorbeeld
.
Die
gaat
uit
van
een
papieren
werkelijkheid
.
In
de
praktijk
zijn
veel
gegevens
van
de
overheidssystemen
niet
volledig
en
niet
op
orde
en
kunnen
daarom
slecht
ingezet
worden
voor
bijvoorbeeld
huisvestings
-
en
ruimtelijke
ordeningsbeleid
,
milieubeleid
,
de
aanpak
van
fraude
en
het
veiligheidsbeleid
.
Zelfs
binnen
de
beperkingen
van
de
privacywet
kunnen
er
veel
zinvolle
koppelingen
tussen
bestanden
gemaakt
worden
,
veel
papieren
formulieren
verdwijnen
en
veel
wachtrijen
en
-
lijsten
worden
opgeheven
.
Een
ander
heilig
huisje
is
de
autonomie
van
de
gemeenten
;
wanneer
we
de
prestaties
van
de
overheid
als
geheel
willen
verbeteren
,
moet
de
verkokering
en
de
onwil
tot
samenwerking
doorbroken
worden
.
Die
vinden
we
nu
terug
in
niet
op
elkaar
afgestemde
informatiesystemen
-
bijvoorbeeld
bij
de
politie
,
bij
de
sociale
diensten
,
maar
ook
bij
de
verschillende
zorginstellingen
.
Voor
een
gemeenschappelijke
ICT-infrastructuur
is
fundamentele
standaardisering
nodig
en
kan
dus
niet
elke
organisatie
zijn
eigen
lijn
trekken
.
Er
moet
een
keuze
gemaakt
worden
uit
de
verschillende
adviezen
over
de
informatiesystemen
bij
de
overheid
,
het
belang
van
privacy
moet
in
het
vizier
gehouden
worden
en
noodzakelijke
verbeteringen
moeten
worden
uitgevoerd
.
Een
effectievere
overheid
is
binnen
handbereik
als
we
1
)
afrekenen
met
heilige
huisjes
binnen
de
overheidsorganisatie
,
2
)
sturen
op
infrastructuur
en
3
)
investeren
in
ICT-toepassingen
die
de
verantwoordelijkheden
voor
informatiebeheer
en
dienstverlening
op
de
juiste
plekken
neerleggen
.
Deze
ogenschijnlijk
technische
vernieuwingen
leiden
in
de
praktijk
tot
verplegend
personeel
dat
meer
tijd
heeft
om
te
doen
waar
het
voor
gekozen
heeft
,
namelijk
verplegen
,
en
minder
formulieren
hoeft
in
te
vullen
-
patienten
kunnen
best
zelf
hun
medisch
dossier
beheren
;
tot
agenten
die
langer
op
straat
kunnen
zijn
omdat
ze
minder
tijd
aan
de
administratie
van
aangiftes
hoeven
te
besteden
-
burgers
kunnen
via
internet
best
zelf
hun
aangifte
doen
;
tot
een
sociale
zekerheid
die
zoveel
meer
effectiever
kan
worden
uitgevoerd
als
de
knoop
eindelijk
is
doorgehakt
over
welke
gegevens
nu
wel
en
niet
gekoppeld
mogen
worden
en
wie
dat
mag
inzien
.
Laten
we
het
dus
niet
alleen
hebben
over
democratische
vernieuwing
,
nieuwe
politiek
en
de
zegeningen
van
de
informatiesamenleving
,
maar
vooral
over
de
concrete
aanpak
van
maatschappelijke
problemen
.
Visies
,
ideeen
iedereen
en
voorbeelden
uit
binnen
-
en
buitenland
zijn
er
voldoende
.
Maar
daarmee
alleen
komen
we
niet
verder
.
Het
gaat
om
de
operationalisering
.
Op
alle
voornoemde
terreinen
is
inmiddels
genoeg
advies
beschikbaar
,
en
beter
is
hier
de
vijand
van
goed
.
Bewindspersonen
moeten
nu
kiezen
en
vooral
gaan
uitvoeren
.
Dat
is
daadkracht
.
Arthur
Docters
van
Leeuwen
was
voorzitter
van
de
commissie
ICT
en
Overheid
,
Wim
Deetman
is
burgemeester
van
Den
Haag
,
Ivo
Opstelten
is
burgemeester
van
Rotterdam
,
Marco
Pastors
is
wethouder
in
Rotterdam
(
Leefbaar
Rotterdam
)
,
Roel
in
't
Veld
is
hoogleraar
bestuurskunde
.
Meer
informatie
en
discussie
over
dit
pamflet
is
te
vinden
op
www.politiek-digitaal.nl
.
Vlak
na
de
verkiezingen
van
22
januari
zal
op
basis
van
alle
reacties
door
de
auteurs
een
definitieve
,
praktische
vernieuwingsagenda
voor
de
overheid
worden
opgesteld
.
Tekening
:
Cyprian
Koscielniak
Infrastructuur
behoeft
sturing
door
de
overheid
Arbeidsmarkt
is
dringend
aan
vernieuwing
toe
Overheidsbeleid
;
Politiek
en
staat
;
Politiek
en
Staat
;
Openbaar
Bestuur