Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
WoordHoek

Ammehoela

Ruim negentig jaar geleden beheerste Afghanistan ook het nieuws. Dat leidde niet alleen tot honderden krantenkoppen, maar ook tot een nieuw Nederlands woord, namelijk: ammehoela.

Eerst iets over die krantenkoppen en hun achtergrond. Nadat zijn vader was vermoord, besteeg Amanoellah Khan (1892-1960) begin 1919 de Afghaanse troon. In de jaren daarna probeerde hij zijn land naar westers model te hervormen. Samen met zijn vrouw Soeraja zette hij zich in voor vrouwenemancipatie. Onderwijs werd verplicht gesteld, de eerste meisjesschool werd opgericht en kinderhuwelijken werden verboden.

In december 1927 vertrok Amanoellah naar Europa voor een tournee van ruim een half jaar. Hij deed onder meer Londen, Parijs, Brussel en Berlijn aan. Het was de eerste maal dat een Afghaanse vorst Europa bezocht. “Voor velen van ’s konings onderdanen moge dit met een reis naar de maan gelijkstaan”, meldde een krant. In Europa kreeg Amanoellah heel veel aandacht: er stonden massa’s mensen langs de weg, er werden hem aubades gebracht en in Oxford kreeg hij een eredoctoraat. Alleen Nederlandse kranten wijdden al ruim vijfhonderd berichten aan zijn tournee.

Terug in Afghanistan versnelde Amanoellah zijn hervormingen. Drie maatregelen zorgden voor enorme ophef: geen polygamie meer voor regeringsfunctionarissen (aanvankelijk vrijgesteld van deze maatregel), vrouwen mochten zelf beslissen of ze een sluier droegen en in Kabul was iedereen verplicht westerse kleding te dragen.

Wat er daarna gebeurde is goed te volgen in de krantenkoppen, waarvan sommige ons pijnlijk bekend voorkomen. Ik citeer ze zonder aanhalingstekens. Koning Amanoellah tegen de polygamie en voor sportbeoefening. De hervormingen in Afghanistan: te hard van stapel gelopen. Arrestaties van geestelijken in Afghanistan. Hervormingen met buitenlandse hulp. In Afghanistan blijft de sluier, koning durft afschaffing niet aan. Samenzwering tegen koning Amanoellah. Opstand in Afghanistan, Britse luchtstrijdkrachten grijpen in. De opstand wint veld. Paleis van Amanoellah in brand gestoken. Amanoellah in de knel: zijn eigen leger zit hem achterna. Amanoellahs positie hopeloos. Amanoellah bindt in: alle hervormingen weer afgeschaft. Afghaanse rebellenleider zet de strijd voort. Amanoellah treedt af, hij verliet per vliegtuig de hoofdstad Kaboel.

Voor wie de berichten in z’n geheel wil lezen: ze zijn allemaal te vinden in de krantendatabank Delpher. Een en ander voltrok zich razendsnel.

Goed, door naar het woord ammehoela.

Zoals gezegd trok Amanoellahs Europese tournee ook in de Nederlandse pers veel aandacht. Er werden cartoons aan gewijd, zoals deze, te vinden in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 8 september 1928, waarin koning Amanoellah zijn landgenoten erop wijst dat zij zich westers moeten kleden:

Oorspronkelijke onderschrift: “De Afghanen: Wat moet dit allemaal?” Amanoellah: “Dachten jullie dat ik voor niets in Europa heb rondgeneusd? Jullie moeten van binnen en van buiten veranderen en dat wel op slag, anders worden jullie nooit meer mensch.”

Ook had een krant, tijdens Amanoellahs bezoek aan Parijs, een gedicht van achttien coupletten gepubliceerd over het feit dat de koning tijdens het feestdiner vanwege zijn geloofsovertuiging alleen water had gedronken en geen champagne. Eén couplet kan volstaan:

Zelfs toen Amanoellah toastte,
Deed hij dit met eendenwijn;
’k Vraag U, vrienden, zou die toast soms,
Daarom minder zuiver zijn?

Kort nadat Amanoellah was verdreven werd er in Amsterdam, waarschijnlijk begin 1929, een revue opgevoerd met de volgende dialoog. Zegt de een: “Ik ben de koning.” “Ha, ha, jij koning? Aan me hoela”, lacht de ander, terwijl hij met zijn hand op zijn naar achteren gestoken bil slaat. Waarop de eerste: “Ja, ik ben koning Amanoellah!”

Volgens sommige bronnen gaat het hier om een tweespraak tussen Henri ter Hall (1866-1944) en Johan Buziau (1877-1958). Anderen betwijfelen dit. Zeker is dat ammehoela hier een woordspeling is op koning Amanoellah, die van zijn volk een schop onder zijn kont had gekregen, vandaar het begeleidende gebaar. Ammehoela is een zogenoemde wisselvorm van ammenooitniet (voor het eerst op schrift aangetroffen in 1929, maar vast ouder), dat zelf weer een eufemistische variant is van aan me reet. Enigszins problematisch van deze verklaring is overigens dat hoela nooit zelfstandig is aangetroffen in de betekenis ‘kont, reet’ (wel betekent hoela-hoela in het Javaans ‘ruggengraat’). Wellicht is dat ook de reden waarom de uitroep ammehoela lang gepaard is gegaan met de tik op de uitgestoken bil, zoals door Pat Andrea verbeeld in het Nederlands gebarenboekje van Herman Pieter de Boer uit 1979.

Bron afbeelding: DBNL

Koning Amanoellah en zijn uitgebreide hofhouding werden Afghaanse vluchtelingen, maar dan hele rijke. Zelf werd de vorst een veelbesproken figuur in de Europese society.


Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van WoordHoek? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.

Ewoud Sanders is journalist en taalhistoricus. Hij schrijft elke week voor het Instituut voor de Nederlandse Taal.

Twitter: @ewoudsanders

Ga naar de inhoud