Twee mensen die een bruggetje oversteken naar elkaar en samen door het leven gaan: hoe mooi is dat? En als jijzelf daar het kindergeluk van bent, nog mooier. Heb je een Amerikaanse vader en een moeder uit Parijs, dan ben je een geboren wereldburger. Spreken jouw ouders Chinees en Engels, bingo! Een gezin met wortels in Alkmaar én in Brugge? Gezelligheid troef. Gemakkelijk zal het niet altijd gaan, maar gemengde relaties zijn per definitie boeiend.
Tot er een kleurtje bij komt kijken. Dan spelen ineens allerlei gevoeligheden, die zelfs nare walmen achterlaten in de taal. Het kind van een zwart-wit ouderpaar wordt een halfbloed genoemd, bijvoorbeeld. Dat is ook de benaming van een paard dat afstamt van slechts één raszuiver dier. Erger nog, een bijna-synoniem is mulat. Daar klinkt niet alleen de muilezel in door, het woord is ervan afgeleid, zegt het Etymologisch Woordenboek.
Kijk naar wat gezegd wordt over kinderen met een gemengde blanke* en indiaanse afkomst. Een mesties, zegt bijvoorbeeld het Algemeen Nederlands Woordenboek, “werd en wordt in grote delen van Zuid-Amerika lager gewaardeerd dan een blanke, maar hoger dan een zwarte of indiaan en werd in Noord-Amerika veel lager gewaardeerd dan een blanke en gelijkgeschakeld met een zwarte of een mulat.” Dan heb ik het nog niet gehad over de zambo, de afstammeling van een zwarte en een indiaanse ouder. Het woord zou in oorsprong verwijzen naar X-benen en ooit een scheldwoord voor een baviaan zijn geweest, volgens het Etymologisch Woordenboek. Gelukkig hebben de redacteuren van het Woordenboek der Nederlandsche Taal het naar eigen zeggen uitsluitend in woordenboeken en encyclopedieën aangetroffen. Laat het daar maar vergaan tot stof en as.
Goedmenende mensen (je mag ze ook politiek correct noemen) zouden dus kunnen denken: schrap alle benamingen die de schijn ophouden dat er verschillende mensenrassen bestaan die je beter niet laat vermengen.
Maar kijk, vorige week zijn in Brussel een stel kordate ‘metissenkinderen’ naar voren getreden. Dat is een Belgische benaming voor kinderen van een zwarte moeder en een blanke vader. De vijf zeventigjarige vrouwen dagen de Belgische overheid voor de rechtbank wegens misdaden tegen de menselijkheid, begaan toen Congo nog een Belgische kolonie was. De aanklacht is niet min: “ontvoering, mishandeling, het gescheiden worden van hun families en het wegnemen van hun identiteit, en dat alles op raciale basis, vanwege hun huidskleur”, schrijft De Standaard.
Zoals veel generatiegenoten waren ze het kind van een Congolese moeder en een blanke koloniaal die zijn kind niet wilde of kon erkennen – wellicht omdat hij niet met volle toestemming dat bruggetje had overgestoken. Die kinderen hadden volgens de koloniale bezetter nooit mogen bestaan. Ze werden, dikwijls tegen de wil van de moeder in, naar een weeshuis gestuurd in een Belgische missiepost. Toen daar onlusten uitbraken lieten de missiezusters en de Belgische overheid hen achter in de brousse. Een schokkend verhaal? Welzeker. En dan begrijp ik waarom deze dames zichzelf ‘metissenkinderen’ laten noemen. De overheid heeft zeventig jaar geleden al eens geprobeerd het bestaan van deze mensen te ontkennen. Schrap nu alsjeblieft niet hun benaming uit het woordenboek.
* De auteur is op de hoogte van de discussie die er (vooral in Nederland) bestaat over het woord blank, en heeft ervoor gekozen dit woord te gebruiken en niet het in Vlaanderen nauwelijks gebruikelijke wit.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.
E-mail: ludo.permentier@telenet.be