Eén r, twee e’s, drie t’s en vier s’en, kunt u daar een woord mee maken? Als u maar één minuut krijgt, is dat een geweldige stresstest.
Tenminste, in de betekenis die we daar traditioneel aan gaven: een proef om vast te stellen of iemand hoge psychische druk aankan. Sinds begin deze eeuw zijn er ook stresstests voor producten (software), installaties (kerncentrales), instellingen (banken) en zelfs voor de hele maatschappij. Het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB) heeft bijvoorbeeld na een recente economische stresstest becijferd dat bijna een op de zes huishoudens moeite kan krijgen met het betalen van hun rekeningen als de energieprijzen hoog blijven.
Stress was de ziekte waaraan we allemaal zijn gaan lijden sinds de Hongaars-Canadese arts Hans Selye erover publiceerde in het blad Nature in 1936. Toen was het nog een wetenschappelijke term voor een biologisch fenomeen: psychologische of lichamelijke spanning bij mensen of dieren die iets niet goed verdragen. Pas in de jaren zeventig kwam het woord voorzichtig in de kranten en vandaag bots je er overal tegenaan. Het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) kent verschillende soorten: keuzestress en hittestress, feestdagenstress, kerststress en decemberstress en, opmerkelijk, nu al drie synoniemen voor onze angst om met de elektrische auto langs de kant van de weg te stranden: accustress, batterijstress en laadstress. Het Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW) gooit er nog wat druk bovenop met levensloopstress en versoepelstress.
De Dikke Van Dale kent nog meer stress voor huis-tuin-en-keukengebruik: 49 samenstellingen in totaal. Als u niets voelt voor werkstress en examenstress of verkiezingsstress, moet u de computerstress eens proberen. Of filestress, waterstress of bikinistress. Op het internet kwam ik ook seksstress tegen. Weinig letterwaarde bij Scrabble en toch veel punten!
Stress is een woord dat niet alleen gezondheids- maar ook spellingsproblemen oplevert. Niet uitzonderlijk voor leenwoorden. Want het zelfstandig naamwoord is met dubbele s, maar bij de vervoeging van een Engels leenwerkwoord geldt de regel dat de stam nooit eindigt op een dubbele medeklinker die niet nodig is voor de uitspraak. Dus: een cross, maar ik cros en jij hebt gecrost. En dus ook ik stres, jij streste, wij hebben nogal gestrest. Dat voltooid deelwoord mag u dan weer niet verwarren met het bijvoeglijk naamwoord stressed, helemaal zoals in het Engels, dat ook wel een zeldzame keer voorkomt in een Nederlandse tekst.
Wel stresserend, allemaal. Ik zou dus zeggen: wie een mooi, kort en duidelijk alternatief aanlevert voor stressen en gestrest, krijgt van mij een pluim voor zijn of haar hoed. Die trek ik eigenhandig uit de staart van een stresskip.
En nu, op naar een stressloze vakantie.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.
E-mail: ludo.permentier@telenet.be