Sommige delen van woorden hebben een opvallende geschiedenis. Dit is het geval met het achtervoegsel –lijk dat in woorden zit als vrolijk, wonderlijk en belachelijk. Achtervoegsels zoals -lijk (maar ook voorvoegsels) kunnen niet zelfstandig voorkomen. Kijk maar naar on- in onzin en -er in visser.
Geschiedenis in de spelling
Nu is het zo dat sommige achter- of voorvoegsels vroeger wél zelfstandige woorden waren. De spelling vormt hierbij een aanwijzing voor de geschiedenis van die woorden. Hoewel -lijk in belachelijk wordt uitgesproken als ‘luk’, schrijf je het met een lange ij. Die lange ij werd vroeger gespeld als een i en lik was het woord voor ‘lichaam’. Het woord lijk voor ‘dood lichaam’ is hiervan afgeleid. De oude vorm lik komt ook nog steeds voor, namelijk in likdoorn en litteken, dat eerder gespeld werd als licteken.
Achter- en voorvoegsels kunnen dus meer betekenis met zich meedragen dan je in eerste instantie zou denken!