Het woord kruiperig is een regelmatige afleiding van de stam van het werkwoord kruipen met het achtervoegsel -erig. Het suffix -erig is productief, dat wil zeggen dat het nog altijd gebruikt wordt om er woorden mee te vormen. Meestal wordt het achter een werkwoordstam geplakt (bijterig, huilerig, rillerig), maar ook wel achter een bijvoeglijk naamwoord (groenerig), een zelfstandig naamwoord (houterig) en soms zelfs achter een woordgroep (dikbuikerig). De betekenis is: ‘nogal x’; groenerig is dus: ‘nogal groen’. Bij afleidingen van werkwoordstammen wordt die betekenis vaak omschreven met ‘(nogal) geneigd tot’. Zo betekent aanstellerig ‘geneigd zich aan te stellen’ en kruiperig ‘geneigd tot kruipen’.
Uiterst onderdanig
Kruiperig in de gangbare betekenis ‘serviel, uiterst onderdanig’ gaat terug op een figuurlijke betekenis van het werkwoord kruipen, namelijk ‘zich diep vernederen, zich zeer nederig of ootmoedig gedragen’. Kortom, wie geneigd is tot kruipen, gedraagt zich uiterst onderdanig, want “Het kruipen langs den grond voor een meerdere is een teeken van diepgevoelde onderdanigheid”, zoals het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) dat uitdrukt.
- kruiperig en kruipen in de Taalbank Nederlands