Vroeger dacht je bij het woord gezin aan twee ouders met een of meer kinderen. Vandaag de dag voldoet een simpel woord als gezin niet meer. Gezinssamenstellingen veranderen, en dat zie je terug in onze taal. Er ontstaan nieuwe woorden voor nieuwe gezinsvormen, bijvoorbeeld patchworkgezin.
Een patchworkgezin is een samengesteld gezin. In elk geval een van beide ouders in dat gezin heeft een of meer kinderen uit een eerdere relatie. De ouders hebben meestal samen ook nog een of meer kinderen. Andere woorden voor patchworkgezin zijn fusiegezin, mikadogezin en mozaïekgezin. Zulke gezinsvormen doen denken aan een patchworkdeken.
Aan elkaar genaaid gezin
Patch betekent ‘lapje stof’. Een patchworkdeken bestaat uit allemaal aan elkaar genaaide lapjes stof met verschillende kleuren, groottes en patronen. Elke deken is daarom anders en uniek. Net als een gezin waarbij de ouders uit een eerdere relatie komen, kinderen meenemen en samen ook kinderen krijgen. Vandaar de benaming patchworkgezin, een kleurrijk woord voor een kleurrijk gezin.