Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
Woorden weten alles

Heen-en-weergemail

Microsoft Word protesteert als Ludo Permentier de uitdrukking ‘heen-en-weergemail’ gebruikt. Maar het woord mail is een stuk ouder dan het computerprogramma.

De spellingchecker van Microsoft Word protesteert met een rood slangetje als ik de uitdrukking ‘heen-en-weergemail’ durf te gebruiken. Hij stelt voor dat ik iets schrijf over ‘weer email’. Maar ik zoek het vandaag niet bij de potten en pannen, geëmailleerd of niet. Ik probeer hier aan te tonen dat het woord mail erg oud is, veel ouder dan Microsoft Word.

Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) heeft een citaat gevonden in het gedicht De Mailbrief, van P.A. de Génestet: ‘De mail, de mail is aan!’ Die tekst is uitgegeven in 1861. Het Etymologisch Woordenboek doet het nog beter: de boektitel Particuliere berigten uit Indië met de laatste overland mail aangebragt uit 1846. Toen waren zelfs de ouders van Bill Gates nog niet geboren!

Mail betekende destijds: briefwisseling naar de overzeese gebieden, vooral naar Oost- en West-Indië, wat we nu Indonesië en het Caribisch gebied noemen. Dat gebeurde vooral met de mailboot. Vaak was dat een stoomboot, een mailstomer. Er konden ook passagiers mee, als ze er maar rekening mee hielden dat zij en de post er weken over zouden doen om hun bestemming te bereiken. Als ze sneller wilden, dan moesten ze met de pakjes mee op de pakketboot.

De aankomst was altijd feestelijk, want de kolonisten die nieuws verwachtten uit het vaderland, keken uit naar de maildag. Dan kregen ze onder meer de maileditie in handen, een speciaal voor deze schepen bestemde uitgave van een krant, waarin het belangrijkste nieuws werd samengevat. Het was altijd oudbakken kost toen het kon worden gelezen, maar dat deerde blijkbaar niet. Gek dat het woord mail vandaag synoniem is voor bliksemsnelle elektronische correspondentie. Zendingen die via de postbode komen, heten nu smalend de slakkenpost. Of snailmail, in het Engels.

Natuurlijk hebben we het woord mail geleend van de Engelsen. Maar die hebben daarmee waarschijnlijk een draai gegeven aan het Franse woord malle wat onder meer ‘hutkoffer’ betekende of de correspondentie in dat soort koffers. Ook in het Middelnederlands bestond er overigens een woord maal of male, met dezelfde betekenis. In West-Vlaamse dialecten kennen ze het woord maalslot nog steeds voor het hangslot dat aan zo’n koffer hing.

Sommige mailers gedragen zich niet als een feestelijk uitgedost zeil- of stoomschip, maar als een onderzeeër. Het is spotgemakkelijk om een anoniem mailadres aan te maken en onder een pseudoniem om het even wat door te sturen naar mensen die daar niet om gevraagd hebben en er zich nauwelijks tegen kunnen verweren. Mail is ook een wapen voor mollen en spionnen. Op elke mediaredactie is de ‘gunstige wind’ bekend die compromitterende documenten of foto’s, nog niet volkomen doorgesproken plannen en nog niet ondertekende ultrageheime akkoorden op de tafel van een journalist doet belanden en vandaar open en bloot op de Grote Markt.

Dat Microsoft daar eens een boos streepje onder trekt.



Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.

Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.

E-mail: ludo.permentier@telenet.be

Ga naar de inhoud