Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
Columns & artikelen

Apenstaartjes

Talen zitten echt vol met prachtige woorden. Een voorbeeld in het Nederlands vind ik apenstaartje voor het @-teken. In dit teken kun je een aap met een staartje zien (en dan het staartje benoemen) en bovendien herken je een ‘a’ in het teken, wat ook de eerste twee letters van het woord aap vormt. Hele volksstammen leerden de ‘a’ lezen met behulp van het woord aap (aap, noot, mies, …). (Overigens ben ik van de “boom, roos, vis“-generatie, waarbij het eerste a-woord raam was.)

Volgens Wikipedia gebruiken overigens meerdere talen (bijv. Duits, Pools, Sloveens) iets met aap voor de benaming van “@”. Daarnaast zijn er ook andere prachtige benamingen voor het @-teken in andere talen, zoals ‘rolmops’ (Tsjechisch), ‘muisje’ (Chinees) of ‘slakkenhuis’ (Italiaans). Wij Nederlanders kunnen een rolmops eten of ermee rijden, hebben een slakkenhuis in ons oor en eten muisjes op brood.

Je hoort apenstaartje voor ‘@’ nog wel, maar daarnaast rukt het woord at op. Maar niet getreurd, we hebben nog meer mooie beestenwoorden in het Nederlands. Bijvoorbeeld hanenpoten voor een handschrift dat lijkt op de poten van een haan. Wel iets minder mooi dan apenstaartje, omdat de ‘h’ van haan hier verder geen rol speelt.

Ook kun je in een boek (en zelfs op een e-reader!) ezelsoren maken (of leggen). Juist op het moment dat ik me afvroeg waarom dat eigenlijk het oor van een ezel moet zijn, las ik in een roman “Aan de bladzijde van het boek dat op de sofa lag maakte ik een oor. Ik legde het boek weg voor morgen.” (in Graz van Bart Moyaert). Een gewoon oor kan dus ook. Maar ezelsoor wordt veel vaker gebruikt. Dat van die ezel hebben we overigens overgenomen van de Duitsers (Eselsohr). Ezels hebben best hoekige oortjes, maar een kat heeft dat nog meer, alleen die kattenoren hangen niet omlaag (die van een ezel wel??). In het Engels wordt over een dog-ear gesproken. Dat lijkt beter.

Het fictieve kattenoor brengt me bij een kattebelletje (‘een kort, snel geschreven briefje’). Zo’n briefje lijkt niet op een kattenbelletje. Kattebelletje zonder ‘n’ heeft ook een geheel andere herkomst: in eerder Nederlands was dit cartebelle, dat of van het Italiaans scartabello of van het Spaanse cartapel komt (wat beide ‘kleine notitie’ betekent). De verkleinvorm cartebelleken en cartebelletje werd verbasterd tot kattebelletje. Je ziet in de spelling van het Groene Boekje dus terug dat dit niets met een kat te maken heeft, aangezien de tussen-n niet geschreven wordt. Een ‘kort, snel briefje’, het kattebelletje, lijkt alleen qua klanken op een kattenbelletje (ze zijn homofoon).

Het kattebelletje illustreert verder op een prachtige manier hoe betekenisverschuivingen kunnen ontstaan: onder invloed van het woord belletje hoef je kattebelletjes tegenwoordig namelijk niet meer altijd te schrijven!

Ga naar de inhoud