“U hebt bezoek. Hoe nodigt u hem of haar uit om te gaan zitten? Kom binnen en … .” Dit was een van de vragen uit het onderzoek naar taalvariatie op ons crowdsourcingplatform Taalradar. Ga zitten was het meest gegeven antwoord. Maar uitsluitend deelnemers uit Vlaanderen gebruiken de vorm zet u, en alleen Nederlanders zeggen ga lekker zitten. Waar komt het woord lekker vandaan en hoe werd het door de tijd heen gebruikt?
In 2018 lanceerde het Instituut voor de Nederlandse Taal het platform Taalradar. Dat is ontwikkeld binnen het project enetCollect, waarin wordt gekeken naar de mogelijkheden om crowdsourcing in te zetten bij het maken van materiaal voor het leren van een taal. Onder andere op het DRONGO talenfestival vroegen we aan sprekers van het Nederlands om in te vullen hoe zij een bepaald voorwerp noemen of wat ze in een bepaalde situatie zouden zeggen. Zoals: Hoe noemt u ‘azijn’? De vragenlijst is samengesteld door Miet Ooms in het project Taalverhalen.be.
Lekstok en lolly
In totaal deden 108 sprekers mee aan dit onderzoek naar taalvariatie. De deelnemers mochten per vraag één of twee varianten invullen. Uit de resultaten bleek dat de meeste deelnemers varianten uit de standaardtaal invulden, er kwamen relatief weinig dialectvormen voor. We kwamen wel bekende verschillen tegen door de antwoorden van Vlamingen tegenover die van Nederlanders te zetten. Zo werd ‘snoepgoed op een stokje’ door sommige Vlamingen lekstok genoemd, terwijl de Nederlanders in ons experiment altijd het woord lolly kozen. De Nederlandse respondenten wensten hun huisgenoten een goede nacht door “Welterusten!” te zeggen, terwijl Vlamingen juist “Slaap wel!” invulden. En op de vraag hoe iemand bezoek uitnodigt om te gaan zitten antwoordden uitsluitend Vlamingen zet u, terwijl ga lekker zitten typisch was voor de Nederlandse sprekers.
Antwoord | Vlaanderen | Nederland |
ga zitten | 31% | 38% |
ga lekker zitten | 0% | 18% |
neem plaats | 6% | 7% |
zet u | 31% | 0% |
pak een stoel | 6% | 4% |
Totaal aantal antwoorden | 16 | 115 |
Van gulzig naar aangenaam
Ga lekker zitten is een interessant antwoord, want wat doet dat woord lekker daar en wat betekent het eigenlijk? Lekker komt voor het eerst in de dertiende eeuw voor en is waarschijnlijk afgeleid van het Middelnederlandse werkwoord lecken, een variant van likken (vergelijk ook lekstok). De vroegste betekenis van lekker was ‘gesteld op lekker eten, gulzig’. Het woord sloeg op de persoon die at, niet op het eten zelf (zie ook het Vroegmiddelnederlands Woordenboek (VMNW)). Als een persoon ‘lekker op goede spijzen was’ hield hij dus van lekker eten. Later verschoof die betekenis naar ‘aangenaam van smaak’ en kon lekker ook worden gebruikt in toepassing op andere zintuiglijke sensaties zoals een aangename geur of een fijn gevoel (“Dye leckere ende menigherhande clederen”, citaat uit het Middelnederlands Woordenboek 1430-1450).
Veel voorkomens van lekker in historische tekstverzamelingen hebben betrekking op eten, maar in het Nederlab-corpus vinden we de Boere-klucht van Teeuwis de boer, en men juffer van Grevelinckhuysen uit 1612 waar het woord al abstracter gebruikt wordt: “We moesten ’t vanavond maar eens lekker ervan nemen”. De combinatie lekker zitten vinden we voor het eerst in het Bataviaasch Handelsblad uit 1884: “(…) waarvan de ouderen, in hunne windstoelen gedoken, lekker zitten te dutten (…)”.
Lekker voor de spreker
In de negentiende eeuw wordt lekker volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) voor het eerst ook ironisch gebruikt: “dat ziet er hier lekker uit”. Ook wordt rond die tijd de uitroep lekker niet! gevonden. Het WNT meldt dat lekker hier “gebezigd wordt om uit te drukken dat de inhoud van den zin den spreker voldoening schenkt, naar zijn zin is.” Lekker zegt in zo’n geval dus iets over de spreker. Dit zijn misschien wel de eerste aanwijzingen voor het tegenwoordige gebruik van lekker als zogenoemd ‘modaal partikel’: een woord dat de zin op een subtiele manier kleurt. In bepaalde gevallen kan lekker namelijk de hele zin een gevoel van tevredenheid meegeven, zoals in ga lekker zitten. Een vroeg gebruik van lekker als modaal partikel vinden we in de zoekmachine Delpher, die teksten uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften bevat. In het tijdschrift Nederland uit 1931 (jaargang 83, no. 2) staat: “Ga lekker zitten, Muis. Wil je een glaasje port? Neem het nou maar, dat is goed voor je.” Dit laat zien dat het woord lekker van een woord voor een gulzige eter of goed eten, via het meer abstracte ‘aangenaam’, is veranderd naar een modaal partikel dat ook de hele zin kan kleuren.
Zet u maar
Zoals de resultaten van Taalradar laten zien lijkt lekker als modaal partikel een typisch verschijnsel voor Nederlandse sprekers. Zouden er dan vergelijkbare vormen zijn, die in Vlaanderen wel worden gebruikt? Onze vragenlijst over taalvariatie is eerder al door een grotere groep respondenten beantwoord op Taalverhalen.be. Uit de data hiervan kwam naar voren dat naast zet u ook de vorm zet u maar in Vlaanderen af en toe gebruikt wordt. Het modaal partikel maar lijkt hier een beetje dezelfde strekking te hebben als lekker in “ga lekker zitten”: het toevoegen van een hartelijke, uitnodigende toon aan de zin.
En wat lekker betreft: Nederlanders vinden lekker blijkbaar wel een ‘lekker’ woord. Want ook op de vraag ‘wil je een kopje koffie’, uit de data van Taalverhalen.be, geven alleen Nederlanders (ja) lekker als antwoord.
Zelf verder zoeken in historische tekstverzamelingen en woordenboeken
- Historische woordenboeken (o.a. VMNW en WNT)
- Brieven als Buit (17e en 18e eeuwse brieven)
- Corpus Gysseling (13e-eeuwse teksten)
- Nederlab (teksten van 800 tot nu, universitair of CLARIN-account nodig om volledige zoekresultaten te kunnen bekijken)
- Corpus Hedendaags Nederlands (alleen toegang via (CLARIN-)login, zie hierboven)
- Delpher (ruim 100 miljoen pagina’s uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften)
Meer lezen
- Gewoon eigenlijk best wel, artikel van Berthold van Maris in NRC (2001)
- Lekker onaangenaam, (eerste deel van een) artikel van Berthold van Maris in Onze Taal, 2014-1
- Modale uitdrukkingen in Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands: corpusonderzoek en enquête, Janneke Diepeveen et al. (2006)
- Partikels: naar een partikelwoordenboek voor het Nederlands, Ton van der Wouden, Nederlandse Taalkunde 7, 20-43 (2002)
Dit artikel is ook verschenen op neerlandistiek.nl (28 februari 2019).