“De man is aan zijne vrouw bescherming, de vrouw aan haren man gehoorzaamheid verschuldigd. (…) De vrouw is verplicht met den man samen te wonen en hem overal te volgen waar hij dienstig oordeelt zijn verblijf te houden; de man is verplicht zijn vrouw bij zich te ontvangen.”
Dit zijn geen verordeningen van de taliban, het zijn de verplichtingen waaronder mijn ouders in het midden van de twintigste eeuw zijn getrouwd, vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De tekst stond daarom ook prominent in hun trouwboekje. Pas in 1958 zag de Belgische wetgever definitief in dat het verstandiger en rechtvaardiger was beide partners in een huwelijk gelijke rechten te geven, en sindsdien kunnen ze dus ‘in onderlinge overeenstemming’ beslissen waar ze gaan wonen. Zo staat het in mijn eigen trouwboekje. Daarom mag mijn vrouw ook mij bescherming bieden.
We gaan erop vooruit, maar het ingebakken paternalisme is daarmee nog niet uit de wetgeving gewist. Zo komt in het Burgerlijk Wetboek, zowel in Nederland als in België de term ‘goede huisvader’ voor. In Nederland bijvoorbeeld in deze bepaling: “Die iets ter leen ontvangt is gehouden, als een goed huisvader, voor de bewaring en het behoud van de geleende zaak te zorgen.” (art. 1781).
De Belgische wetgever heeft onlangs een procedure ingesteld om die term te schrappen. In de plaats daarvan komt het genderneutrale ‘voorzichtig en redelijk persoon’. Dat wil niet zeggen dat de ‘goede huisvader’ aan zijn eind komt. In talloze andere teksten, bijvoorbeeld huurcontracten en verzekeringspolissen, waart hij rond. Zelfs geharde feministes moeten zich gedragen als goede huisvaders of de verzekering betaalt de blutsen en builen niet terug die ze hebben veroorzaakt.
Het idee van de goede huisvader, de bonus pater familias, hebben we geërfd van de Romeinen. Die wilden duidelijk maken dat je je niet alleen moet houden aan in wetten gegoten voorschriften, maar dat je in alle omstandigheden moet vermijden hinder of schade te veroorzaken. Ook al is er geen wet die het verbiedt, je mag geen sigaret opsteken als je met explosieve grondstoffen aan het werken bent. Je mag geen waterpistool leegspuiten in het gezicht van een buschauffeur. Je mag geen kettingen over de openbare weg spannen, zelfs niet om je koeien van de ene naar de andere weide te geleiden. Allemaal zaken die door Belgische rechters werden bestraft als inbreuken tegen dat goedehuisvaderschap.
Van het Romeins recht kwam het concept in de Code Civil van Napoleon terecht, en vandaar in nog altijd geldende wetteksten. Tot Koen Geens, de vorige Belgische minister van Justitie, vond dat het wetboek een opknapbeurt nodig had. Daar wordt nu aan gewerkt en de goede huisvader vliegt eruit.
Fijn, maar genderneutraal zal het Nederlands nooit worden. Je kunt wel alternatieven verzinnen voor de auteur, de burgemeester en zelfs de senator, maar wie per se de transporteur, het vakmanschap en de bouwheer wil ontseksen, moet zich al in bochten wringen. Om nog te zwijgen van ons discriminerende stelsel van voornaamwoorden. Een schrijver/-ster maakt zijn/haar lezer(es) knettergek als hij/zij de hele tijd in rebussen spreekt.
Enige voorzichtige redelijkheid lijkt me dan ook aangewezen in deze kwestie.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.
E-mail: ludo.permentier@telenet.be