Dit is bijna de laatste aflevering van WoordHoek bij het Instituut voor de Nederlandse Taal, dat genoodzaakt is te bezuinigen. Vanaf januari zal deze rubriek te lezen zijn op de website ensie.nl (een afkorting van ‘Eerste Nederlandse Systematisch Ingerichte Encyclopedie’). Een mooie plek, vind ik, want als je iets zoekt op internet, kom je tegenwoordig heel vaak uit bij ENSIE. Bij gelegenheid zal ik daar alle oude WoordHoeken onderbrengen, ook die uit de NRC.
Maar nu meer over een woord dat het afgelopen jaar veel stof deed opwaaien, namelijk boerenprotest.
In 1895 vierden Nederlandse boeren dat zij zich vijftig jaar eerder in Suriname hadden gevestigd. De Nieuwe Surinaamsche Courant deed verslag van deze gedenkdag. Dit verslag was niet naar de zin van de boeren. En dus stuurden zij de krant een brief die werd geplaatst onder de kop “Boerenprotest”.
Die kop is bij mijn weten de vroegste vindplaats van het woord boerenprotest. Volgens de boeren bevatte het artikel “een zamenweefsel van grove onwaarheden en scheeve voorstellingen”. Hoewel de krant hen nadrukkelijk uitnodigde om dit nader te onderbouwen, onthielden de boeren zich van een reactie. Je zou dus kunnen zeggen: we zien hier meteen een vroeg voorbeeld van wantrouwen van agrariërs in de gevestigde media.
Sinds het begin van de 20e eeuw lezen we over boerenprotesten op Nederlandse bodem. Een relatief vroeg voorbeeld dateert van 1917. Zo’n drieduizend “ontevreden boeren” kwamen toen samen op een “boerenprotestvergadering” in Boxmeer. Er werd een motie aangenomen waarin de boeren eisten dat de regering zich niet bemoeide met de productie en verspreiding van veevoer. Er kwam ook meteen een sanctie ter tafel. De boeren verklaarden, zo meldde een krant, “dat zij zich tot lijdelijk verzet zien gedwongen en geen of zeer weinig rogge en tarwe zullen zaaien, als niet binnen 14 dagen de eischen zijn ingewilligd”.
Boerenprotestvergadering
Ging het in Boxmeer nog om drieduizend boeren, in Den Bosch kwamen – eveneens in 1917 – ruim twee keer zoveel boeren samen op een boerenprotestvergadering. Die bijeenkomst was georganiseerd door de Noord-Brabantsch Christelijken Boerenbond. Door de enorme opkomst was er onvoldoende plaats in de vergaderzaal. “Na het afroepen der presentielijst”, aldus een krant, “bleek dat 45 afdeelingen aanwezig waren met 6458 leden, waarvan (…) meer dan het overgroote gedeelte buiten het gebouw moest blijven.”
De boeren waren zo boos omdat de regering landbouwproducten in beslag wilde nemen voor voedseldistributie. Hoewel Nederland neutraal was, had de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) ook hier grote economische gevolgen. Natuurlijk hadden de boeren te doen met iedereen die honger leed, stelde een spreker, maar tegelijkertijd werden er door sommige mensen en bedrijven ongelooflijke woekerwinsten gemaakt. De boeren voelden zich uitgebuit, mede omdat de prijs van het veevoer de pan uitrees.
Boerenprotestdemonstratie
Vanzelfsprekend kom je het woord boerenprotest niet alleen tegen in verband met protesten van Nederlandse boeren. Zo kopte een krant in mei 1928 “Boeren-protest in Roemenië”. Een paar maanden later meldde een dagblad dat er in het Zwitserse Bern een “boeren-protestmeeting” op komst was – het Engelse leenwoord meeting voor ‘bijeenkomst’ raakte indertijd in de mode.
De vele berichten over binnenlandse boerenprotesten wekken de indruk dat agrariërs goed georganiseerd waren en luid en duidelijk van zich lieten horen. In 1960 dreigden boze boeren zelfs naar Den Haag te komen. Het liep met een sisser af. Onder de kop “Geen protestdemonstratie van boeren in Den Haag” meldde een krant begin 1960:
De landelijke vereniging voor bedrijfsnijverheid in de landbouw (BVL) heeft besloten, voorlopig af te zien van haar plannen om een boeren-protestdemonstratie in Den Haag op touw te zetten. In plaats daarvan zal getracht worden een audiëntie bij de minister van Landbouw en Visserij te krijgen.
Trachten een audiëntie bij een minister te krijgen: het contrast met de huidige boerenprotesten, waarbij ministers thuis worden opgezocht en zodanig worden bedreigd dat zij beveiliging nodig hebben, is groot en schrijnend.
Wegblokkades
De eerste wegblokkades door Nederlandse boeren dateren, voor zover ik dat kon achterhalen, van 1961. Veluwse boeren volgden daarmee het voorbeeld van Franse en Deense boeren, zij het in het klein. Het Algemeen Handelsblad vond een en ander zeer ongepast:
Het blokkeren van wegen door weerspannige boeren is niet toelaatbaar. Het stellen van een ultimatum aan de minister van landbouw is in ons land een ongebruikelijk middel. Wij twijfelen er niet aan of de regering zal daarvoor dan ook niet wijken.
Grappig, men geloofde toen nog in een standvastige overheid.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van WoordHoek? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ewoud Sanders is journalist en taalhistoricus. Hij schrijft elke week voor het Instituut voor de Nederlandse Taal.
Twitter: @ewoudsanders