Vorige week piekte het woord dansmarathon. De aanleiding zal vrijwel niemand zijn ontgaan: een televisieprogramma van John de Mol waarin honderd deelnemers vijftig uur lang moesten dansen met zo min mogelijk onderbrekingen. Het winnende danspaar kreeg 100.000 euro.
De kritiek was niet van de lucht. Te zien waren beelden van kokhalzende, huilende dansers, die werden weggevoerd in rolstoelen en op brancards. Eén danseres viel flauw. In de pers en op sociale media doken kwalificaties op als: een ongeluk in slow motion, mensonterende, bizarre televisie, beschamende vermoeidheidsporno, een langgerekte marteling en een dieptepunt voor Talpa’s reality-tv. Ondanks de negatieve kritiek keken er zo’n 1 miljoen mensen.
Taalkundig gezien valt er aan het woord dansmarathon niet veel te beleven. We zien hier marathon in de betekenis ‘uitputtingsslag, iets van lange duur’. Van Dale vermeldt ruim twintig van dergelijke samenstellingen, inclusief dansmarathon. Andere voorbeelden zijn begrotingsmarathon, onderhandelingsmarathon, overlegmarathon en vergadermarathon: woorden die momenteel goed van pas komen bij de formatie-impasse.
Danskrankzinnigheid
Historisch gezien valt er aan de dansmarathon wél van alles te beleven. In de berichtgeving werd geregeld verwezen naar een film uit 1969, They Shoot Horses, Don’t They? Die gaat over een dansmarathon die in 1928 werd gehouden op de Santa Monica Pier in Los Angeles.
Dit is echter niet de vroegste dansmarathon. Het oudste Nederlandstalige bericht over een dergelijke activiteit is bij mijn weten te vinden in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 20 april 1923. Onder de kop “De danskrankzinnigheid in Amerika” lezen we daar:
Vera Sheppard heeft haar Marathon-dans, die zij maandagmorgen te New York begon en op een vrachtauto voortzette, terwijl zij door drie staten reed, te Eastport in Connecticut woensdagmorgen beëindigd en het record dat door miss Williams in Texas op 65 uur gehouden werd, geslagen met 69 uren. En misschien zou zij nog langer hebben gedanst, als de politie er geen eind aan had gemaakt. Een andere dansgek is Theodoor Sullivan te Cleveland, een man met één been, die ondanks zijn gebrek, 24 uren en één minuut achtereen gedanst heeft.
Ook het Algemeen Handelsblad berichtte in 1923 over deze dansmanifestaties. Daarin lezen we woorden als non-stop-dans en langdurigheidsdans – neologismen die het niet hebben gehaald. De krant had er geen goed woord voor over: “‘Marathon dancing” is de technische term voor de nieuwste methode van gracieuzen zelfmoord.”
25 kilometer dansen
Solodansen in de achterbak van een vrachtwagen, dansen op één been – het kan nóg gekker. In mei 1927 begonnen driehonderd paren aan een dansmarathon waarbij zij bijna 25 km moesten afleggen van de kustplaats Venice naar Los Angeles. Op de foto’s in Nederlandse kranten zie je in de achterbak van een vrachtwagen een bandje spelen; de paren schuifelen voort over de weg, aan de kant staan mensen te kijken.
Ook toen sprak men er schande van. “Een der schandelijkste excessen van den laatste tijd”, aldus De Telegraaf. Na 21 uur werd de wedstrijd door de gezondheidsdienst verboden. Van de driehonderd paren waren er toen nog maar tien op de been. Het prijzengeld – duizend dollar – werd verdeeld onder de “overlevenden”, zoals een krant het uitdrukte. Eerder waren er al flauwgevallen deelnemers afgevoerd in ziekenauto’s – zie de eerste foto.
Dansverzoening
Hoeveel kritiek men ook had, het concept sloeg internationaal aan. In de decennia daarna lees je over dansmarathons in België, Canada, Engeland, Frankrijk, Italië, Japan, Portugal, Schotland en Nederlands-Indië. Een van de vroegste dansmarathons op Nederlands grondgebied vond plaats in 1958, in Den Haag. Het was een verzoeningspoging tussen verschillende groepen in die stad. Dit schreef de Volkskrant erover:
In een meeslepende dansmarathon van fleurige hemden, spijkerbroeken en wervelende rokken is in Den Haag het “verzoeningsfeest” tussen de Haagse en Indische jeugd, het afgelopen pinksterweekeinde gevierd. Dankzij de organisatoren van de dansclubs kon zaterdag, zondag en maandag in rokerige zaaltjes naar hartelust worden gerock-’n-rolled, waarbij van tweespalt, tussen beide groepen, waarbij ook jongelui uit Suriname, niets was te merken.
Televisiebeelden zullen er niet zijn gemaakt: dit medium stond toen nog in z’n kinderschoenen.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van WoordHoek? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ewoud Sanders is journalist en taalhistoricus. Hij schrijft elke week voor het Instituut voor de Nederlandse Taal.
Twitter: @ewoudsanders