Categorieën
Nieuw woord van de week

betonitis

Bouwkoorts.

als onwenselijk beschouwde tendens om te veel en te ondoordacht te bouwen, waardoor er te weinig ruimte voor de natuur overblijft

“Betonitis in Vlaanderen: hoeveel zieker mag een zieke worden?” Zo luidt de kop van een recent artikel in De Standaard. Het stuk gaat over de “betonwoede” die in België zou heersen: “Vlaanderen heeft voor elke bebouwde vierkante meter nog twee vierkante meter natuur of landbouw.” (In een Engelstalig land zou waarschijnlijk de uitdrukking concrete jungle zijn gevallen.) Het woorddeel –itis wijst in medische termen op een ontsteking (artritis etc.), maar wordt overdrachtelijk ook vaak gebruikt om een denkbeeldige ziekte aan te duiden. Denk aan aanstelleritis, integritis en selfitis. Typisch Vlaamse voorbeelden zijn reglementitis (‘regelzucht’) en zijn synoniem regulitis. Dat laatste woord gebruikte het Vlaamse Parlementslid Lydia Peeters (Open Vld) in haar reactie op het Standaard-artikel. Zij heeft namelijk een heel andere kijk op de zaak: “‘Voor alle vragen die we krijgen, is er maar één oplossing: bouwen, bouwen, bouwen.’ Maar dat lukt niet, aldus Peeters, door een andere ziekte: ‘regulitis’.”

Foto: Peter van der Sluijs via Wikimedia Commons

Het woord betonitis is bepaald niet gloednieuw, maar wel in deze betekenis. Al in 1914 beschreef het Algemeen Dagblad de aandoening grappend als: “Een ziekte, in Engeland ontstaan tijdens den oorlog van 1914 en van daar naar het vasteland overgebracht. Openbaart zich hierin, dat de patiënt het waandenkbeeld krijgt, dat Duitschers op verschillende plaatsen betonvloeren hebben laten maken om er kanonnen van zwaar kaliber op te kunnen stellen. De lijder aan deze ziekte denkt bijv. dat gewone vloeren in villa’s en tennisbanen met dit doel zijn aangelegd. De waanvoorstelling gaat soms zoo ver, dat men die vloeren veronderstelt waar beton-niet-is. Vandaar, volgens niet-Latinisten, de naam.” De lijder aan deze vorm van betonitis (in de kranten vaak als betonnitis gespeld) was dus eigenlijk paranoïde. Een heel ander soort hedendaagse ‘patiënt’ krijgt op Facebook advies van de Vlaamse vrijwilligersvereniging Natuurpunt: “Heb jij ook last van ‘betonitis’? Is er te veel grijs en beton om je heen? En is je lontje kort geworden? Duik dan de natuur in voor een gezonde vitaminekuur.”

Het woord beton wordt al met al vaak in negatieve zin gebruikt, en dan dus vooral in schril contrast met natuur, een juist alom als positief ervaren begrip. Een bekend goed doel in Nederland is Jantje Beton. Die naam wordt ook als soortnaam gebruikt en betekent volgens het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) ‘prototype van het stadskind, dat opgroeit in een vaak ongezonde, uit beton opgetrokken omgeving met weinig speelruimte en dat niet of nauwelijks in aanraking komt met de natuur’. Verder was Jantje Beton de bijnaam van voetballer Jan Wouters, die bekendstond om zijn harde spel. In de context van eten wordt beton eveneens negatief gebruikt: iets kan ‘als beton op je maag liggen’. Toch zal er, gezien het woningtekort, nog heel wat beton bij komen, zowel in België als in Nederland. Want dat er huizen bijgebouwd moeten worden, staat voor de meeste mensen als een paal boven water. Of beter gezegd: dat is in beton gegoten.

Bronnen:
De Standaard, 3 oktober 2025
De Standaard, 8 oktober 2025
natuurpunt.be, 20 maart 2021
moeyes.nl (artikel van Bart Moeyes met citaat uit het Algemeen Handelsblad van 8 december 1914)
Limburger Koerier, 11 december 1914


Meer lezen