verschijnsel dat mensen graag in een zeer kleine gemeenschap midden in de natuur willen wonen, vergelijkbaar met het Zweedse dorpje met drie huizen uit De kinderen van Bolderburen, een bekend boek van de schrijver Astrid Lindgren
Columnist Merijn de Boer schreef vorige week in Trouw dat zijn vrouw en dochter aan dit nieuwe syndroom lijden. De term staat volgens De Boer voor “het verlangen naar een rijtje houten huizen ergens in de verlatenheid van het Zweedse platteland, waar helemaal niets is te doen en waar helemaal niets spectaculairs gebeurt”.
In bolderburensyndroom schrijven we het eerste stuk volgens de spellingregels met een kleine letter, maar in de krant komt het woord met een hoofdletter voor. Bolderburensyndroom is nieuw in het Nederlands, maar in andere talen komt het al veel langer voor. In onze taal is het waarschijnlijk een leenvertaling van het Duitse woord Bullerbü-Syndrom. In die taal bestaat het al bijna twintig jaar. Dit Duitse woord werd in februari 2008 zelfs tot woord van de maand uitgeroepen door de Zweedse Taalraad. Nu duikt het dus ook in het Nederlands op. De familie van De Boer gaat helemaal op in de lifestyle van het boek en schafte zelfs, net als de kinderen van Bolderburen, een slagbalset aan. “We hebben er in Friesland eindeloos mee geslagbald. Geregeld viel de bal in een Friese sloot en dan moesten we ernaar zoeken te midden van het kroos. Maar dat paste natuurlijk alleen maar prachtig bij de Bolderburenervaring”, licht De Boer toe.

Het vormen van nieuwe woorden op –syndroom is heel populair. Vaak wordt daarin gedrag van mensen dat alleen maar nogal opvallend is als een soort aandoening of afwijking voorgedaan – vaak ook een beetje voor de grap. Kijk maar eens naar woorden als tinderellasyndroom ‘verschijnsel dat je zo afhankelijk bent geworden van datingapps, dat je helemaal niet meer weet hoe je in het ‘echte’, ‘offline’ leven moet flirten en daten’ of roodkapjesyndroom ‘verschijnsel dat je wolvenangst hebt’. Vaak figureren bekende personages, al dan niet uit sprookjes of films, in zulke woorden, maar nu dus ook een piepklein dorpje (en de bewoners daarvan) uit een kinderboek.
Bron:
Trouw, 24 au0gustus 2025 (alleen voor abonnees)