horecagelegenheden met een interieur waarin zeer uitbundige kleuren en patronen zijn gebruikt en een overdaad aan decoratiemateriaal
Als je uit eten gaat, moet je je nogal eens overleveren aan de nieuwste horecamode. Aan shared dining (“kleine gerechtjes lekker delen” hoor je dan) zijn we inmiddels wel gewend, en de vraag ‘Bent u bekend met ons concept?’ is inmiddels een horecacliché. Maar er is een nieuwe trend in horecaland die niet direct met de menukaart te maken heeft. Chiara Mars schreef onlangs in het Leidsch Dagblad over restaurant Aperitivo, en vooral het nieuwe interieur ervan. Dat mag namelijk wel “een tandje minder hysterisch”. Maar hysterisch is hip: de restauranthouders keken volgens Mars namelijk de kunst af “van dé restauranttrend in Amsterdam: ‘hysterische horeca’”.
Culinair journalist Hiske Versprille at onlangs bij The Siren in Amsterdam en maakt in de Volkskrant goed duidelijk hoe hysterisch deze horecagelegenheid is: “Overal waar je kijkt is er weer een ander lampje, stofje, schelpje, printje, tegeltje, glas-in-loodwerkje of opengewerkte muur of plafondschildering van engelen of glazen kwal die om je aandacht vraagt. Ik zou de eclectische stijl zelf omschrijven als juttersmuseum meets Freggelgrot meets bunga bunga-party.” Hysterische horeca is een opvallende, maar niet helemaal nieuwe woordgroep. De podcast Bekt Lekker – van “professionele eters” Maartje Nelissen en Gijsbregt Brouwer – gebruikte de term al eerder en ook op sociale media gaat het al een paar jaar over dit type horeca.
Hysterische horeca zelf bekt ook lekker met twee keer een woord dat begint met een h erin. Ook hysterisch is ook prikkelend. Een niet heel neutraal woord, maar het gebruik van zulk soort bijvoeglijke naamwoorden in nieuwe woordgroepen past in een bescheiden trend. Eind 2022 behandelden we treurig beige als nieuw woord van de week. Een vertaling van het Engelse sad beige en volgens het Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW) ‘kleur beige die treurigmakend zou zijn’. En ‘vooral genoemd als het gaat over de trend om babykamers en andere ruimtes in weinig uitgesproken, sobere tinten te verven en in te richten’, aldus het WNW. Ook ironische mode – een al veel ouder begrip – past in dit rijtje. Milou van Rossum schreef hier in 2017 in NRC over: “Zo heeft het trendsettende merk Vetements dit najaar variaties op de afritsbroek, de ouwelullenbroek van ribfluweel en een knalgeel ‘ANWB’ -jack in de collectie. Het probleem met deze kleren is dat ze ironisch zijn. Dat is enorm leuk bij jonge mensen, die ook precies weten hoe ze het moeten stylen. Maar vanaf een jaar of 35 wordt dat vaak lastiger, en boven de 40 werkt ironische mode zelden meer. Dan zie je er in een mom-jeans al snel uit als, nou ja, een wat suffe oudere vrouw. Ik heb als late veertiger een mom-jeans gekocht, en die snel overgedaan aan een tiener.”
Beige zul je in hysterische horeca waarschijnlijk niet zo gauw aantreffen, maar ironie ongetwijfeld wel.
Bronnen:
- Leidsch Dagblad, 11 januari 2025
- NRC, 2 oktober 2017
- de Volkskrant, 9 januari 2025