verschijnsel dat mensen alleen maar bewondering hebben voor iets wat groot is in de zin van succesvol of populair, en niet omdat iets moreel of kwalitatief goed is
Journalist en theoloog Alain Verheij introduceerde deze nieuwe afleiding, gevormd uit jumbo of Jumbo (de naam van het bekende olifantje) en –isme, onlangs in Trouw. In het Nederlands een nieuwe vorming, maar het is een vernederlandsing van Engels jumboism. Een woord dat de Amerikaanse dominee Martin Luther King al gebruikte in een van zijn preken, wat Verheij ook netjes vermeldt. “Dankzij een oude preek van Martin Luther King heb ik een nieuw woord geleerd: jumboïsme. […] Daarbij maakt het niet uit hoe moreel verantwoord het is en hoeveel kwaliteit het heeft. Het is groot, dus het is goed”, legt Verheij uit. En hij gaat verder: “Eén blik op de boekhandels in onze treinstations toont algauw hoe dit werkt. Op de tafel met bestsellers liggen de biografieën van sporthelden, steenrijke ondernemers en populaire entertainers. Ook beruchte misdadigers mogen niet ontbreken, want zij zijn dan misschien criminelen, maar wel tópcriminelen. Dan heb je toch iets goed gedaan”.

Met het achtervoegsel –isme worden vrij vaak nieuwe afleidingen gevormd. Die woorden duiden dan meestal een bepaalde stroming, beweging, opvatting of houding van mensen aan. Als je een blik werpt in het Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW), zie je bijvoorbeeld dataïsme ‘groot vertrouwen in big data’, limitarisme ‘stroming in de economische ethiek die bepleit dat er een limiet moet worden gesteld aan individuele rijkdom, vooral om sociale ongelijkheid tegen te gaan’ en wokisme ‘het (te) woke zijn of worden gevonden’. Het aantal ismen is al met al oneindig groot.
Bron:
Trouw, 9 mei 2025