Emotionele pijn die iemand ervaart als hij door familieleden en/of kerkgenoten wordt afgewezen omdat hij niet zou voldoen aan de christelijke regels van zijn geloofsgemeenschap. Mariët Baaij, ‘coach voor mensen met kerkpijn’, vertelt in het Nederlands Dagblad van 10 augustus: “Kerkpijn gaat over afwijzing, veroordeling of misbruik door ouders, voorgangers of gemeenteleden onder verwijzing naar de Bijbel en God. Deze afwijzing vreet diep in iemands identiteit. Kerkpijn kan grote gevolgen hebben: slachtoffers verlaten niet zelden de kerk. Ze worden dan ook in hun identiteit aangetast – veel van de verhalen die ik hoor hebben namelijk te maken met seksuele geaardheid, scheiding, racisme en morele kwesties als euthanasie.” De wetenschappelijke term voor sociale uitsluiting is ostracisme. Ostracisme komt voor in alle sociale groepen en dus ook in kerkgemeenschappen. Volgens Baaij is kerkpijn niet aan een specifiek kerkgenootschap verbonden, maar komt deze wel veel voor in behoudende of evangelische gemeenten, waar het heel belangrijk wordt gevonden dat men collectief hetzelfde denkt. Religieuze varianten als moskeepijn of synagogepijn zijn nog niet gesignaleerd, maar dat is misschien een kwestie van tijd.
Kerkpijn is vermoedelijk een vertaling van het Amerikaans-Engelse church pain, een woord waarover Trouw al in 2018 een artikel schreef in verband met Afro-Amerikaanse gays die niet door hun kerk werden geaccepteerd. In 1961 werd kerkpijn ook al eens in het Algemeen Dagblad gebruikt, maar dan in de ironische betekenis ‘buikpijn op zondagochtend’.
Bronnen:
Nederlands Dagblad, 10 augustus 2022
Trouw, 1 juni 2018