heimwee naar een verleden dat nooit echt heeft bestaan
Nooitstalgie is een zogeheten splintersamenstelling, gevormd uit nooit en -stalgie, een ‘splinter’ van nostalgie. Het is een mooie vondst van Mathijs Bouman, redacteur van het Financieele Dagblad. Op 15 mei schreef hij in die krant: “De slimste truc die de populisten hebben uitgehaald is ons laten geloven dat vroeger alles beter was. Vroeger, toen ons land nog wit, godsvruchtig en harmonieus was. Het Nederland van respect voor de veldwachter, fraaie architectuur, bejaardenhuizen en echte winters met ijsbloemen op de ramen. Dat het vooral heel koud was in de tochtige huizen met enkelglas, is vergeten. Het is pure ‘nooitstalgie’: verlangen naar een verleden dat er nooit was.” Nostalgie is in wel meer woorden verwerkt. Al wat ouder is ostalgie, ‘heimwee naar het vroegere leven in de voormalige DDR (Oost-Duitsland)’. Het is een oorspronkelijk Duits mixwoord, gevormd met Ost. Uit het Engels hebben we het nog niet zo bekende neologisme solastalgie geleend. Solastalgia is in 2005 gemunt door de milieudeskundige Glenn Albrecht. Hij definieert het als de ‘pijn door het verliezen van de vertroosting (solace) die een thuis biedt’, ook uitgelegd als ‘heimwee naar een verloren wereld’. De kortere splinter -talgie vinden we in de mixwoorden noctalgie ‘heimwee naar de verdwenen sterrenhemel’ en locktalgie ‘heimwee naar een lockdown’.
Het verlangen naar een verloren gegane, betere wereld wordt ook uitgedrukt door het zeldzame maar intrigerende woord papegaaienheimwee, dat door Van Dale wordt uitgelegd als ‘weemoedig terugverlangen naar een vroegere, betere wereld’. Waar dat woord precies vandaan komt is onduidelijk. Wie het in elk geval kende was schrijver Jan de Hartog (1914-2002), in wiens Herinneringen aan Amsterdam we lezen: “Als ik toen geweten had wat ik nu weet! En als ik nu kon wat ik toèn kon! […] In Artis hebben ze er een woord voor: ‘papegaaienheimwee’. Het dwaas verlangen naar de wouden van weleer, die nooit hebben bestaan.” Opmerkelijk genoeg staat de enige andere vindplaats van het woord in een interview in Het Vrije Volk met diezelfde schrijver: “Of ik zit in de trein met de droefheid van mijn leeftijd in mijn hart en ik krijg een soort heimwee, in het vak heet dat papegaaieheimwee, waarom weet ik niet, maar als je het krijgt, doet het je goed. Nederlandse treinen vertrekken altijd op tijd.” En dat klinkt dan weer meer als nooitstalgie.
- Bronnen:
Het Financieele Dagblad, 15 mei 2024 - National Geographic, 1 maart 2023
- Jan de Hartog, Herinneringen aan Amsterdam, 1981
- Het Vrije Volk, 30 december 1975
- nooitstalgie in het Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW)