Snus gebruiken door losse of in een zakje voorverpakte, vochtige poedertabak (zuigtabak) of een zakje nicotinepoeder tussen de bovenlip en het tandvlees te stoppen, wat een prettig gevoel zou geven. Het van oorsprong Zweedse woord snus (spreek uit: ‘snuus’) wordt sinds 2004 in het Nederlands gebruikt voor zuigtabak en in bredere zin ook voor (tabakloos) nicotinepoeder, waaraan allerlei geur- en smaakstoffen zijn toegevoegd. Het ervan afgeleide werkwoord snussen is een stuk recenter, waarschijnlijk omdat de Zweedse gewoonte nu pas echt in opkomst is in Nederland en België. In juni van dit jaar kopten een paar grote kranten: “Nicotine maakt herintrede bij jongeren: roken is net als vapen en snussen (weer) ‘in’.” Snus zou steeds vaker door drugsdealers worden aangeboden op Nederlandse school- en voetbalpleintjes. Snus zit verpakt in decoratieve blikjes, waar vooral jongeren graag mee zouden showen. De tabakvariant is in de hele EU behalve Zweden verboden en sinds november 2021 geldt dat in Nederland ook voor de nicotinezakjes.
In de Volkskrant stond op 11 oktober een achtergrondstuk over deze rook- en damploze vorm van nicotinegebruik. “Als je erop gaat letten, in de metro bijvoorbeeld, kun je zien wie wel en wie niet snus gebruikt. Kijk uit naar een kleine bobbel rechts- of linksboven de bovenlip.”
Bronnen:
- de Volkskrant, 11 oktober 2022
- Algemeen Dagblad, 11 juni 2022