Denkbeeldige ziekte die wordt toegewenst aan mensen of instanties die een systeem hanteren waarin gebruik wordt gemaakt van het zogeheten vinkje, een V-vormig tekentje dat bevestigt dat aan een bepaalde voorwaarde is voldaan. Vinkjestering is een woordspeling op de bekende vinkentering die iemand die verwenst wordt ‘kan krijgen’, in een net iets bloemrijkere variant van het gewone ‘Krijg de tering!’
De afgelopen dagen stonden de sociale media vol ‘vinkjeswoorden’. Wie geen boosterprik heeft gehaald en te lang geleden voor het laatst is ingeënt, verliest het groene vinkje in zijn CoronaCheck-app en daarmee zijn coronatoegangsbewijs. Zo iemand wordt gemakshalve vinkje(s)verliezer genoemd. Over de coronapas schreef iemand op GeenStijl vorig jaar al verontwaardigd: “Ze kunnen de groene vinkjestering krijgen.” (De officiële spelling is overigens groenevinkjestering.)
Naast het groene vinkje veroorzaakten dit weekend ook ‘de zeven vinkjes’ van journalist Joris Luyendijk enige ophef. Het gelijknamige nieuwe boek, zo vertelde de auteur zaterdag zelf in de NRC en de Volkskrant, gaat erover dat de macht altijd in handen is van dezelfde geprivilegieerden met de volgende zeven vinkjes: ✔ Minstens één hoogopgeleide en/of welgestelde ouder; ✔ Minstens één in Nederland geboren ouder; ✔ Man; ✔ Hetero; ✔ Wit; ✔ Gymnasium of vwo; ✔ Universiteit. Meteen twitterde een geërgerde Sylvia Witteman: “Ik heb vijf van die vinkjes, kan ik dan nog door de beugel van de Rode Khmer of moet ik dood? #vinkjestering.” Aaf Brandt Corstius sprak in haar Volkskrant-column van “enorme zevenvinkerigheid”, wat al evenmin complimenteus bedoeld was.
Voor wie het zich nog kan herinneren: de eerste verwensing met vinkjestering dateert al uit 2014, toen WhatsApp de twee blauwe vinkjes introduceerde voor gelezen berichten.
Bronnen:
de Volkskrant, 6 februari 2022