Twee weken terug vond in de RAI te Amsterdam de jaarlijkse Accountantsdag plaats. Maar als boekhouder werd je daar niet verwacht. Vreemd? Niet echt.
Er is nogal eens onduidelijkheid over het onderscheid tussen boekhouders en accountants, en de termen worden dan ook geregeld door elkaar gebruikt. Het grote verschil is dat een boekhouder de boekhouding doet voor een persoon of instelling, terwijl de accountant er is voor het inrichten en controleren van boekhoudingen en administraties.
Vroeger had het woord boekhouder ook nog de letterlijke betekenis van ‘persoon die het boek vasthoudt’. Dat ging dan om het boek waarin de rollen van toneelspelers uitgeschreven stonden. Een boekhouder was dus vroeger de souffleur, de persoon die tijdens de uitvoering van een toneelstuk de tekst volgt op het blad en een acteur-die-het-even-niet-meer-weet, helpt om zijn tekst weer paraat te hebben.
Het Franse leenwoord souffleur betekent letterlijk ‘persoon die blaast’. In het zestiende-eeuwse woordenboek van Cornelis Kiliaen wordt een boekhouder dan ook de inblaeser genoemd.
- Boekhouder in het Woordenboek der Nederlandsche Taal
- Inblazer in het Woordenboek der Nederlandsche Taal