Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
Terug in de taal

sprookspreker

Van 9 mei tot en met zaterdag 19 mei hebben we weer de (ruim genomen) Week van het Luisterboek. De gewone Boekenweek kennen we al sinds 1932, maar de luisterboekenvariant is nog vrij jong: de eerste werd pas in 2005 georganiseerd. Het is nu dus de 13de editie, hoewel het eerste audio- of luisterboek in het Nederlands al in 1955 verscheen. Dat was een op band voorgelezen versie van De oude man en de zee, de bekende novelle van Ernest Hemingway. Geen vreemde keuze: Hemingway had toen net de Nobelprijs voor de Literatuur gekregen en de novelle zelf was in 1953 ook al met de Amerikaanse Pulitzerprijs voor Fictie bekroond.

Maar misschien mogen we zeggen dat je ook al in de middeleeuwen heel wat luisterboeken had. Want lezen was een vaardigheid die slechts weinig mensen beheersten. Ridderverhalen zoals die rond koning Arthur werden dan ook meer in groepsverband beluisterd dan individueel gelezen. Dat was meestal allesbehalve een saaie bedoening: de middeleeuwse dichters waren de entertainers en literaire performers van toen.

Een speciale categorie hierbij waren de sprooksprekers, rondreizende dichters die in hun onderhoud probeerden te voorzien door bij rijke edellieden hun sproken (korte vertellingen op rijm) ten gehore te brengen. Een van de bekendste sprooksprekers was Willem van Hildegaersberch, die rond 1400 vaak optrad aan het Hollandse hof in Den Haag.

Sprooksprekers waren dikwijls ook commercieel ingestelde zelfstandige ondernemers die inspeelden op wensen en verwachtingen van hun publiek. Zo had Willem van Hildegaersberch rond Kerst, Pasen of Pinksteren steevast nieuw religieus getint materiaal klaar waarmee hij vervolgens bij het hof verscheen. Maar sprooksprekers leverden zeker niet alleen stichtelijke teksten. Vaker nog zorgden ze met satirische en humoristische stukken voor vertier bij hun luisteraars. Ze hadden daardoor ook wel hun tegenstanders, critici die niet veel moesten hebben van hun soms scherpe kijk op de zaken of die de rijke fantasie waarmee ze hun teksten kleurden niet altijd konden waarderen.

Sproke en het eerste deel van sprookspreker zijn afleidingen van spreken. Het woord sproke of sprook gebruiken we in het Nederlands niet meer, maar het verkleinwoord ervan, sprookje, is natuurlijk wel nog heel gewoon.


Meer lezen

Ga naar de inhoud