Op Valentijnsdag laat je je partner merken hoeveel hij/zij voor je betekent. Of je stuurt anoniem een bloemetje of kaartje naar de persoon op wie je stiekem verliefd bent. Kortom, je viert de liefde.
Lang geleden was men daar niet zo van. Er werd zelfs meewarig aangekeken tegen wie tot over zijn oren verliefd was en zichzelf daardoor niet meer in de hand had. Zo iemand vond je een triest figuur en op veel medeleven hoefde hij niet meteen te rekenen. Dat blijkt ook uit het taalgebruik. Hopeloze verliefdheid was janken naar Venus en wie daaraan leed was een venusjanker. De term kreeg vervolgens nog andere negatieve betekenissen, zoals ‘vrouwengek’ en ‘hoerenloper’.
Vanaf de 17de eeuw ging men venusjanken ook gebruiken als een denigrerende aanduiding voor het schrijven van erotisch getinte literatuur. Op die manier werd venusjanker ook de pejoratieve benaming voor een auteur van pikante poëzie of prikkelend proza.
- venusjanken en venusjanker in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)