Scheurbuik was tijdens de grote zeereizen van de zestiende en zeventiende eeuw een van de voornaamste doodsoorzaken aan boord van schepen. Overleden de zeevaarders aan een ziekte die maakte dat je buik openscheurde?
Nee, symptomen van de ziekte zijn inwendige bloedingen, zwellingen en loslatende tanden. In het Oudnoors werd de aandoening skyrbjúgr genoemd. Nederlandse zeelieden namen het woord over zonder precies te weten wat het betekende. Omdat je bij scheurbuik ook buikpijn hebt, associeerden ze het eerste deel skyr met scheuren en bjúgr met buik. Zo ontstond het nieuwe woord scheurbuik, dat ongeveer zo klonk als wat ze in Scandinavië zeiden, maar dan gevormd met begrijpelijke Nederlandse woorden.
Zure melk
Het Oudnoorse woord komt uiteraard niet van scheur en buik, wat de Nederlanders ervan gemaakt hadden. Skyr is het woord voor zure melk of hangop, en bjúgr betekent ‘gezwel’. De Scandinaviërs dachten dus dat de gezwellen ontstonden door zure melk, een belangrijk onderdeel van hun scheepsmenu. Inmiddels weten we dat de oorzaak van scheurbuik een gebrek aan vitamine C is. Hoewel je aan scheurbuik kunt sterven, is het gemakkelijk te genezen. Als je ervoor zorgt dat je voldoende vitamine C binnenkrijgt, ben je er weer snel overheen.
- scheurbuik in de Taalbank Nederlands
- scheurbuik in de Etymologiebank