Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
Woordbaak

Waar komt het woord ‘stapelgek’ vandaan?

Stapelverliefd, stapeldol of stapelgek. Drie woorden die aangeven dat je iemand heel erg leuk vindt. Of dat je niet goed bij je hoofd bent, in het laatste geval. Wat betekent stapel in deze samenstellingen?

Het woord stapel kennen we vooral in de betekenis ‘een berg, een heleboel’. We gebruiken het om de veelheid van iets aan te geven: een stapel munten, een stapel boeken of een stapel hout. Het lijkt logisch dat het woord stapelgek ook teruggaat op deze betekenis. Maar niets is minder waar. Stapel is namelijk een oude benaming voor een krekel of sprinkhaan.

Zo gek als een krekel

Rond 1640 vinden we de eerste vermeldingen van stapelgek. In die tijd wordt de term gebruikt voor mensen die verward praten. Een soort vergelijking van het onsamenhangende gepraat van een mens met het eindeloze getsjirp van een krekel. In de loop der tijd verdween het woord stapel voor krekel uit het Nederlands. Men ging stapel beschouwen als een element met de betekenis ‘heel veel’ of ‘heel erg’. Zo ontstonden er nieuwe woorden zoals stapelzat (heel erg dronken) en stapelmooi, die niets meer met de oorspronkelijke herkomst van het woord stapelgek te maken hadden.

Ga naar de inhoud