Het Corpus Oudfries bevat een grote steekproef van de Oudfriese taal van ca. 1200-1550. Op dit moment bevat het corpus Oudfries 235.462 tokens, 177 tekstgetuigenissen uit 11 handschriften (114 verschillende teksten). Het corpus is door Rita van de Poel gelemmatiseerd en van PoS-markeringen voorzien als onderdeel van haar promotieonderzoek. Het corpus kan doorzocht worden op drie linguïstische niveaus: woorden (zoals voorkomend in de tekstgetuige), lemmata en/of spraakdelen. Het corpus is ook verrijkt met metadata (zoals dialect, regio, datum) die toegankelijk zijn via filter- en groeperingsopties.
Fries in de middeleeuwen
In de late Middeleeuwen werden de Friese landen in de noordelijke kuststreken van Nederland en Duitsland slechts nominaal geregeerd door de graven van Holland en Saksen. In de praktijk slaagden de Friezen erin om feodale overheersers af te houden van het uitoefenen van hun macht. De Friese landen ontwikkelden hun eigen rechtssysteem waarin de gemeenschap van vrije mannen verantwoordelijk was voor gerechtelijke beslissingen. Het rechtssysteem was gebaseerd op Germaans gewoonterecht en leunde sterk op de wraakcultuur. Het codificeren van hun wettelijke gebruiken was niet alleen een middel om hun gewoonten en regels te behouden, maar ook een belangrijk instrument om hun recht op zelfbestuur te bevorderen. De volkstaal waarin deze gewoonterechten werden opgeschreven is het Oudfries, een West-Germaanse taal die nauw verwant is aan het Oudengels. De tekstuele getuigenissen in het Oudfries die vandaag de dag nog over zijn, zijn opgeschreven tussen 1200 en 1550 en de teksten die bewaard zijn gebleven zijn meestal juridisch van aard, met slechts enkele voorbeelden van verschillende genres.
De meeste Oudfriese teksten zijn ouder dan de manuscripten waarin ze te vinden zijn en de versies van de tekstgetuigen kunnen sterk van elkaar verschillen. Het grootste deel van het Oudfriese corpus is te vinden in ongeveer 16 manuscripten (waarvan sommige transcripties zijn van originele manuscripten). De meeste manuscripten zijn getranscribeerd en gepubliceerd. Deze edities zijn gebruikt als basis voor dit corpus.
Promotieproject
Deze corpusapplicatie is een van de resultaten van het (lopende) promotieonderzoek van Rita van de Poel. Het doel van haar promotieonderzoek is het onderzoeken van de functies van verwantschap en huwelijk in de laatmiddeleeuwse Friese samenleving, zoals die naar voren komen uit het Oudfriese gewoonterecht. Haar onderzoek is gebaseerd op een corpusgebaseerde benadering van de manieren waarop deze conceptuele velden verwantschap en huwelijk werden uitgedrukt in de Oudfriese taal. Daarnaast is zij ook geïnteresseerd in het nut van corpuslinguïstiek in historische semantiek. Zal het een aanwinst blijken te zijn voor de studie van lexico-semantisch onderzoek van het Oudfries? Haar onderzoek maakt gebruik van corpusgebaseerde analyses van betekenis in context, d.w.z. collocaties, bijna synonymie.