Door Dirk Geirnaert
De schaatsen liggen weer op zolder en de Russische Beer, aka 'the Beast from the East', is weer naar huis. De tuin komt uit zijn winterslaap en de vogels laten zich volop horen. Kortom, het is voorjaar.
Tot in de 16e eeuw gebruikte je voorjaar echter niet om (het begin van) de lente aan te duiden. Het woord betekende allereerst 'het vorige jaar'. Je kon toen dus zonder dat men daar vreemd bij opkeek, gewoon zeggen dat het voorjaar van 1518 begon op 1 januari 1517. Maar die betekenis kennen we niet meer. Het bijvoegelijk naamwoord voorjarig, 'van het voorafgaande jaar', komt wel nog in het Nederlands voor.
In deze rubriek bespreken we woorden of betekenissen die ooit in het Nederlands bestonden, maar nu verdwenen zijn. Om de week op woensdag neemt een van onze historisch taalkundigen u mee terug in de taal.
Woord of citaat gevonden dat in onze historische woordenboeken ontbreekt? Meld het ons via het formulier.