Het Instituut voor de Nederlandse Taal is een autoriteit op het gebied van spelling. Sinds 1995 stelt het instituut (toen: Instituut voor Nederlandse Lexicologie) in opdracht van de Nederlandse Taalunie de ‘Woordenlijst Nederlandse Taal’ samen: een overzicht van de officiële spelling van Nederlandse woorden. In gedrukte vorm is de Woordenlijst beter bekend als het Groene Boekje. De laatste editie verscheen in 2015.
Woordenlijst.org
De ‘Woordenlijst Nederlandse Taal’ is gratis online beschikbaar op woordenlijst.org. De onlineversie groeide van ongeveer 100.000 trefwoorden in 2015 naar circa 193.000 trefwoorden (in 2022). Alle woorden die in de vorige gedrukte editie stonden, zijn daarbij gehandhaafd.
De toegevoegde woorden zijn afkomstig uit op het Instituut voor de Nederlandse Taal verzamelde tekstbestanden, die krantenmateriaal, literaire teksten en materiaal van het internet bevatten. Daarnaast werd gebruikgemaakt van zoekopdrachten op woordenlijst.org die geen resultaat opleverden.
Woordenlijst.org wordt sinds 2015 meerdere keren per jaar aangevuld met honderden nieuwe woorden. De stand eind 2019 was een totaal van 186.000 woorden. Met alle meervouden, verkleinvormen en werkwoordvervoegingen bevat de digitale versie van de Woordenlijst nu informatie over zo’n 680.000 woordvormen.
Groene Boekje 2015
Het Groene Boekje is een beredeneerde, handzame selectie uit de woorden die te vinden zijn op woordenlijst.org. De nieuwste editie van het Groene Boekje bevat zo’n 52.000 trefwoorden. Hiervan zijn er circa 10.000 nieuw ten opzichte van de editie van tien jaar eerder, zoals appen, bhv’er, lente-ui en selfie. Er zijn zowel zeer frequent gebruikte woorden in opgenomen, als woorden die vanuit spellingoogpunt problematisch zijn.
Deze laatste werden geselecteerd op basis van het zoekgedrag van de bezoekers van woordenlijst.org: vaak opgezochte woorden zoals rechtdoorzee en skiles zijn opgenomen in de papieren editie. Weinig opgezochte woorden, zoals het verouderde aalspeer, kwamen niet voor selectie in aanmerking.
Speciale aandacht werd besteed aan taalvariëteiten: in deze editie zijn ongeveer 2.500 Surinaams-Nederlandse en 400 woorden uit het Caribisch gebied opgenomen, waaronder afingisoep, ayó, eilandraad, hosselen en oppashuis. Deze woorden werden door twee lokale commissies geselecteerd uit tekstverzamelingen die het instituut voor dit doel had aangelegd.