Categorieën
15eeuwen

Zoeken in woordenboeken

Zoek in 15 eeuwen Nederlands in de woordenboeken van het Instituut voor de Nederlandse Taal.

/ Woorden­boeken / Zoeken in woordenboeken /
Geen resultaten, gezocht op suggesties: op de knieën zitten. [52]

ANW 1970-heden [52]

•als ratten in de val zittenverbinding
1.0.
niet kunnen ontkomen bij dreigend gevaar.
2.0.
in een uitzichtloze situatie zitten.
•er warmpjes bij zittenverbinding
1.0.
het behoorlijk warm hebben, vooral in huis, door maatregelen tegen de kou te nemen (bv. door te stoken, warme kleding te dragen of te zorgen dat het niet tocht).
2.0.
meer dan genoeg geld hebben.
•in de weg zittenverbinding
1.0.
een belemmering vormen.
2.0.
hinderlijk zijn.
•met zijn tengels aan iets zittenverbinding
1.0.
met zijn handen aan iets komen.
2.0.
zich met iets bemoeien.
•op de bagagedrager zittenverbinding
1.0.
profiteren.
2.0.
vlak achter een ander blijven.
•op de knieën zittenverbinding
1.0.
machteloos zijn.
2.0.
iets op een zeer eenvoudige manier uiten.
•aan de alcohol zittenverbinding
1.0.
verslaafd zijn aan drank.
•à bloc zittenverbinding
1.0.
op zijn maximale vermogen zitten.
•achter de geraniums zittenverbinding
1.0.
thuis zitten.
•achter de vleugel zittenverbinding
1.0.
op de vleugel spelen.
•bij de pakken zittenverbinding
1.0.
teleurgesteld en moedeloos zijn.
•daar zit een luchtje aanverbinding
1.0.
dat is verdacht; daar klopt iets niet.
•daar zit geen brood inverbinding
1.0.
daar zit geen voordeel in; daar valt niets mee te verdienen.
•de kat zit in de gordijnenverbinding
1.0.
er is commotie.
•de mot zit in ietsverbinding
1.0.
de kwaliteit van iets is verminderd.
•er warmpjes in zittenverbinding
1.0.
meer dan genoeg geld hebben.
•er zit een haar in de boterverbinding
1.0.
er is een probleem.
•er zit geen fut inverbinding
1.0.
de energie en lust om iets te ondernemen ontbreekt ergens totaal in.
•er zit geen kwaad bijverbinding
1.0.
iemand heeft een goed karakter.
•goed bij kas zittenverbinding
1.0.
veel geld hebben.
•goed in het vlees zittenverbinding
1.0.
niet mager zijn.
•het zit er bovenarms opverbinding
1.0.
er wordt flink geruzied of gevochten.
•hoog te paard zittenwerkwoord
1.0.
zich verheven boven anderen voelen.
•iemand achter de broek zittenverbinding
1.0.
ergens op aandringen bij iemand.
•in de nesten zittenverbinding
1.0.
in moeilijkheden verkeren.
•in de patatten zittenverbinding
1.0.
in de problemen zitten.
•in de puree zittenverbinding
1.0.
in de problemen zitten.
•in de woestijn zittenverbinding
1.0.
zich in een troosteloze, uitzichtloze, geïsoleerde enz. toestand bevinden.
•in dezelfde boot zittenverbinding
1.0.
in dezelfde situatie zitten.
•in een dalletje zittenverbinding
1.0.
niet lekker in zijn vel zitten.
•in een lekke boot zittenverbinding
1.0.
in moeilijke omstandigheden verkeren.
•in hetzelfde schuitje zittenverbinding
1.0.
in dezelfde situatie zitten.
•in iemands aard zittenverbinding
1.0.
in iemands karakter of natuur aanwezig zijn.
•in zijn kot blijven zittenverbinding
1.0.
zich afzijdig houden.
•knijp zittenwerkwoord
1.0.
een tekort hebben.
•met de zwartepiet zittenverbinding
1.0.
de schuld hebben gekregen.
•met een ei in zijn gat zittenverbinding
1.0.
met een probleem zitten.
•met zijn neus in de boeken zittenverbinding
1.0.
lezen of studeren.
•op de blaren zittenverbinding
1.0.
de nare gevolgen van een eigen vergissing of verkeerde handelwijze dragen.
•op de bok zittenverbinding
1.0.
de leiding hebben.
•op hete kolen zittenverbinding
1.0.
niet rustig kunnen blijven zitten.
•op het vinkentouw zittenverbinding
1.0.
op de loer liggen.
•op iemands kazak zittenverbinding
1.0.
iemand als mikpunt kiezen voor vervelende opmerkingen of naar gedrag.
•op vinkenslag zittenverbinding
1.0.
op de loer liggen.
•op zijn kot zitten met iemand of ietsverbinding
1.0.
gedwongen bij iemand of iets zijn.
•op zwart zaad zittenverbinding
1.0.
helemaal niets meer bezitten.
•voor een dubbeltje op de eerste rang zittenverbinding
1.0.
voor weinig geld het beste hebben.
•voor een dubbeltje op de eerste rij zittenverbinding
1.0.
voor weinig geld het beste hebben.
•wie zijn billen brandt, moet op de blaren zittenspreekwoord
1.0.
wie zich vergist of verkeerd handelt, moet daarna zelf de gevolgen dragen.
•zich (niet) op de kop laten zittenverbinding
1.0.
zich (niet) alles laten welgevallen.
•zitzelfstandig naamwoord
0.0.
•zittenwerkwoord
1.0.


Zoektips

Via de zoekbox kunt u zoeken naar woorden en woordbetekenissen, maar ook in de woordenboeken afzonderlijk.

WoordenboekAfkortingPeriode
Oudnederlands WoordenboekONW500-1200
Vroegmiddelnederlands WoordenboekVMNW1200-1300
Middelnederlandsch WoordenboekMNW1300-1500
Woordenboek der Nederlandsche TaalWNT1500-1976
Algemeen Nederlands WoordenboekANW1970-heden

Wilt u weten…

  • Welke woorden eindigen op ’toerisme’? Dan typt u: *toerisme. Resultaat: ‘massatoerisme’, ‘bermtoerisme’, enz.
  • Welke woorden beginnen met ‘zoet’? Dan typt u: zoet*. Resultaat: ‘zoetwateraquarium’, ‘zoetekauw’, enz.
  • Of er woorden zijn zoals ‘haak’, maar dan met een andere klank dan ‘aa’? Dan typt u: h??k. Resultaat: ‘hoek’, ‘hurk’, enz.

Ga voor uitgebreid zoeken naar de Historische Woordenboeken online.