In momenten van grote crisis hadden de regeringspartijen naar elkaar gegooid met alles wat stinkt. Dat kon niet langer zo doorgaan. Bij het begin van het parlementaire reces sloegen ze op bevel van de baas hun tent op in de hei en staken een kampvuur aan voor een verzoeningsmoment. Daar pakte de premier zijn gitaar en zette zachtjes een C-akkoord in. De partijleiders zochten ietwat grommend de juiste toon.
Kumbaya, My Lord, kumbaya. (bis)
Niemand kan zwart-op-wit aantonen waar dit lied vandaan komt en wat het mysterieuze eerste woord betekent. Maar er is een theorie die steek houdt. Het zou voor 1930 al gecirculeerd hebben in de Verenigde Staten, als negrospiritual. De eerste regel luidde toen: ‘Come by here, My Lord’. Toen Engelstalige missionarissen dit religieuze lied probeerden te slijten aan de plaatselijke bevolking in Angola, werd dat in het steenkolenengels van de plaatselijke bevolking ‘Kumbaya, My Lord’. Het lied zou dan, met die Afrikaanse tongval, in de jaren vijftig teruggekeerd zijn naar de Verenigde Staten, en daar populair zijn geworden, nog altijd bij godsdienstige zangstonden.
Someone’s praying, Lord, kumbaya. (bis)
De helden van de Amerikaanse folk in de jaren zestig waren Pete Seeger, Joan Baez en Peter, Paul & Mary. Zij waren sociaal geëngageerd en liever dan in een opnamestudio stonden ze tussen hun publiek, dat van harte meezong. Het religieuze kantje sleet eraf en er kwam een vleugje samenhorigheid voor in de plaats.
Someone’s singing, Lord, kumbaya. (bis)
Bij ons werd het lied populair als kampvuurnummer bij de padvinders. In het Antwerpse werd de tekst meer dan eens verbasterd tot ‘Ik kom baai aa, my Lord, komt baai maai’. Tegenwoordig kun je het lied haast niet meer zingen zonder ironie. Het woord kumbayamoment betekent dan ook dat de reconciliatie een beetje naïef, zeg maar lachwekkend is.
Someone’s laughing, Lord, kumbaya. (bis)
Wanneer de omslag van optimisme naar cynisme is gebeurd, is moeilijk te reconstrueren. Wellicht heeft dat te maken met de verzakelijking, en de ineenstorting van de grote idealen, ook bij jongeren. Een memorabel moment was de televisiespot van Bazooka Bubble Gum. Daarin grijpt een overlevende hippie de gitaar en roept de kinderen rond het oplaaiende vuur op om mee Kumbaya te zingen, waarop de kinderen overeind springen: “We don’t want no Kumbaya, all we want is bubble gum!”
Someone’s working, Lord, kumbaya. (bis)
“En nu aan de slag”, moet de premier gezegd hebben. “Alle kranten en politieke nieuwssites zitten al te berekenen wat we nu wel en niet gerealiseerd hebben van ons regeerprogramma. En ik hoef jullie niet meer te vertellen dat er verkiezingen aankomen.” Waarop hij het eelt op zijn vingers bekeek en zijn gitaar in een hoek smeet.
Deze column is verschenen in het Grote Taalmuseum Vakantieboek (2021). Het Vakantieboek staat vol talige verhalen, gedichten, quizzen, puzzels en spelletjes, en is voor €14,95 te koop in de webwinkel van het Taalmuseum.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.
E-mail: ludo.permentier@telenet.be