Een scheve mond, verwarde spraak of een lamme arm zijn de drie meest voorkomende signalen van een beroerte. Met de campagne Herken de signalen van een beroerte probeert de Nederlandse Hartstichting blijvende hersenschade en overlijden te voorkomen. Omdat niet alleen het herkennen maar ook het voorkomen van beroertes belangrijk is, vindt elke tweede dinsdag van mei de Europese Dag van de Beroerte plaats, terwijl elk jaar op 29 oktober de Internationale Dag van de Beroerte wordt gevierd.
Uit onderzoek blijkt dat een op de zes mensen tegenwoordig te maken krijgt met een beroerte. Vaak worden beroertes beschouwd als welvaartsziekten, ze zouden samenhangen met de ongezonde levensstijl in rijke landen. En hoewel de welvaart in vroeger eeuwen beduidend minder hoog lag dan nu, waren beroertes, toevallen en andere hersenaandoeningen toen zeker niet onbekend. In het Vroegmiddelnederlands Woordenboek komen we bijvoorbeeld verschillende woorden tegen waarvan de betekenis wordt omschreven met ‘beroerte’.
epilepsie
Zo gebruikte Jacob van Maerlant in zijn Der Naturen Bloeme (1287) de woorden epelenchie en epelentie als hij het had over een toeval of beroerte. Die vormen gaan waarschijnlijk terug op het Middellatijnse epilentia, dat gezien wordt als een variant van het Latijnse epilepsia. Van Maerlant zal epilentia hebben aangetroffen in de Latijnse bron die hij voor zijn bewerking gebruikte: het Liber de Natura Rerum van Thomas van Cantimpré. Citaten jonger dan de zestiende eeuw vermeldt het Woordenboek der Nederlandsche Taal niet. Het woord is dus al een half millennium verouderd.
pleurisie
Minder medisch doet het woord fledercijn aan, dat zowel de aandoeningen ‘jicht’ als ‘verlamming, beroerte’ kon aanduiden. Vermoedelijk gaat dit woord terug op het Oudfranse pleurisie ‘ontsteking van het borstvlies’. Daarbij is in het Nederlands de pl vervangen door fl en is de d als extra klank ingelast. In een dertiende-eeuwse evangeliënharmonie – het Luikse Diatessaron – lezen we:
“Aldaer quamen si vire ende brachten gedregen op en dragebedde enen mensche, die alle sine lede verloren hadde van den fledercine.”
Men kwam een lamme bij Hem brengen, die door vier mannen gedragen werd. (Marcus 2:3, Willibrordvertaling 1975)
snelle dood
Het bijzonderste Nederlandse woord voor beroerte uit het Vroegmiddelnederlands Woordenboek komen we eveneens bij Jacob van Maerlant tegen. In zijn al eerder genoemde Der Naturen Bloeme heeft hij het over gadood. Wie denkt dat dit woord een verwensing behelst, heeft het trouwens bij het verkeerde eind. Het eerste deel ga komt niet van het werkwoord gaan, maar is hier het bijvoeglijk naamwoord ga, dat ‘snel’ betekende. Een beroerte kan namelijk inderdaad een snelle, plotselinge dood bewerkstelligen. Daarom moeten we ons houden aan het devies van de Nederlandse Hartstichting: “Mond, spraak, arm. Beroerte-alarm! Bel 112”.
Meer lezen
- epilentie in het Vroegmiddelnederlands Woordenboek (VMNW), in het Middelnederlandsch Woordenboek (MNW), in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)
- flerecijn in het VMNW
- ga in het VMNW
- gadood in het VMNW