“Heeft u wel eens gehoord van het woord ‘vloerkwaad’? Het is een oud Nederlands woord dat tegenwoordig niet vaak meer gebruikt wordt, maar dat niet betekent dat het niet van waarde is. Vloerkwaad verwijst naar tapijten of matjes die op de vloer gelegd worden en heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. In die tijd was het een luxe item dat alleen de rijken en machtigen in hun huizen hadden. In deze tekst gaan we dieper in op de betekenis en geschiedenis van vloerkwaad en hoe het nog steeds een belangrijk onderdeel van interieurontwerp is.”
Waardeloos
Ho, halt, ChatGPT! Het verhaaltje is goed, maar het praatje deugt niet. Als chatbot ben je met jouw artificiële intelligentie weliswaar in staat om in een handomdraai een goedlopende tekst te produceren, maar inhoudelijk laat je hier toch echt een steekje vallen. Zeker, vloerkwaad is een woord met een respectabele leeftijd: het komt al voor in het middeleeuwse Nederlands. Hoewel jij zegt dat het amper gebruikt wordt, durf ik te stellen dat sprekers van het Nederlands het helemaal niet meer bezigen. En dat het woord verwijst naar de tapijten of matjes die op de vloer gelegd werden, is klinkklare onzin. Ook met jouw mededeling dat vloerkwaad een zekere waarde vertegenwoordigt, ben ik het volstrekt niet eens. Integendeel, waardelozer zaken dan vloerkwaad kan ik nauwelijks bedenken. Dus, ChatGPT, als je het niet erg vindt, neem ik het hier van je over!
Vier voeten wegvegen
De juiste betekenis van vloerkwaad is wel te vinden in het gerespecteerde Middelnederlandsch Woordenboek. Daarin wordt het woord omschreven als ‘vloervuil, opgeveegd vuilnis’. Een bepaling uit het stadsrecht van Leeuwarden uit het begin van de 16e eeuw luidt als volgt:
Desgelijcx salmen tfloerquaet datmen wtfeghet, vier voeten van de wallingen smyten ende oick alle weken wech fueren.
‘Op dezelfde wijze zal men het vloerkwaad dat men naar buiten veegt, vier voeten (d.i. ongeveer 120 cm) van de walkant smijten en ook elke week wegbrengen.’
Behalve vloerkwaad kenden de middeleeuwers nog drie andere woorden op –kwaad om ‘vuilnis’ aan te duiden. Zo gebruikten de inwoners van het gewest Holland in de 15e en 16e eeuw daarvoor vletkwaad. Het is samengesteld uit de zelfstandige naamwoorden vlet ‘platte bodem, vloer’ en kwaad, ‘vuilnis, vuil’. Een ander woord voor ‘opgeveegd vuil’ was vegelkwaad, waarbij het eerste deel is afgeleid van het werkwoord vegen. In het Noordoosten van het Nederlands taalgebied was voor ‘opgeveegd vuil’ het woord keerkwaad in gebruik. Het woorddeel keer is afkomstig van het werkwoord keren, dat ‘vegen’ betekende.
Geen kattenpis
Een andere betekenis van kwaad was ‘drek, uitwerpselen van mens en dier’. In die zin komt het voor in duvequaet (duivenkwaad), peerdesquade (paardenkwaad) en varckensquaet (varkenskwaad). Het woord kattenkwaad is pas na de middeleeuwen ontstaan en kwaad betekent hier dus geen ‘poep’ maar ‘sluw bedrog, listige streken’. Als kattenkwaad kunnen we ChatGPT’s poging om iets te schrijven over het woord vloerkwaad niet typeren. De chatbot toont hiermee – op dit moment althans – vooral zijn onwetendheid en onkunde.
- duivenkwaad in het Middelnederlandsch Woordenboek (MNW)
- kattenkwaad in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)
- keerkwaad in het MNW
- keren in het MNW
- kwaad in het MNW
- paardenkwaad in het MNW
- varkenskwaad in het MNW
- vegelkwaad in het MNW
- vlet in het MNW
- vletkwaad in het MNW
- vloerkwaad in het MNW