De West-Vlaamse luisteraars van Goeiemorgen Morgen! wilden weleens weten wat het woord heldig betekende, toen het radioprogramma West-Vlaanderen aandeed. Dat woord komt daar in verschillende betekenissen voor. Wat betekent het precies en waar komt het vandaan?
Als je weet dat West-Vlamingen een g als een h uitspreken en hun i’s meer op een e lijken, dan herken je in heldig de vernederlandste vorm gildig. Het woord betekent ‘flink, fors, stevig gebouwd’ (zie ook de dialectkaart van ‘grof gebouwd’ in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD)). De herkomst is onzeker, maar in de Scandinavische talen vind je een verwant woord. In het Oudnoors heb je bijvoorbeeld gildr ‘deugdelijk, volkomen, groot, kloek, stevig’. In het Deens betekent gild ‘flink, bekwaam’ en in het Noors ‘heerlijk, prachtig’. Ook in de Schotse woordenschat is er gild voor ‘sterk, groot’. Misschien is het afgeleid van het werkwoord gelden en/of het zelfstandig naamwoord gilde. Dat zelfstandig naamwoord kon in het oudere Nederlands bijvoorbeeld ‘drinkebroer’, maar ook ‘man van de wereld’, ‘vrouw van lichte zeden’ of ‘gildebroeder, gezel’ betekenen. Het woord zelf is nu niet meer gangbaar, ook niet in het West-Vlaams. Maar het afgeleide bijvoeglijk naamwoord is dat duidelijk wel.
Mollig
Je kan gildig in allerlei situaties horen of gebruiken. Je hebt een gildig vrouwmens voor een vrouw die mollig of grof gebouwd is, mijn nichtje beviel vorige week van ne gildigen zeune, hij woog bij de geboorte 4,5 kilogram. Een man die kloek gebouwd is wordt ook wel een gildigaard genoemd (zie ook de dialectkaart van ‘een grof gebouwd persoon’ in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD)) . Maar niet alleen personen kunnen gildig zijn. Een gildig vrouwmens kan ook een gildigen achteruit hebben, een stevig achterwerk, dus. De afgelopen weken kregen we vaak gildige regen. Als je hoed wat groot uitvalt, draag je een gildige hoed. Het woord is dus vrij ruim inzetbaar. Het wordt ook gebruikt in het werkwoord vergildigen.
Flink
Gildig is niet alleen een bijvoeglijk naamwoord, het wordt ook vaak gebruikt als een bijwoord van graad. Het betekent dan ‘hevig, stevig, flink’ zoals in Ie kan gildig eten als iemand stevig kan eten. Het kan ook gildig sneeuwen, waaien of donderen. Mijn kleinzoon kan bijvoorbeeld al gildig klappen voor zijn leeftijd. Hij is verbaal sterk. Iemand die gildig geschoeid is, is goed opgeleid. Het blijft ook bewaard in enkele uitdrukkingen zoals Het moet al gildig donker zijn waar dat hij zou verdolen. Verdolen is een dialectwoord voor verdwalen. Het wordt gezegd van iemand die slim en zelfs wat sluw is. En als je ergens gildig je sleppen aan scheurt – sleppen zijn slippen, de afhangende delen van een kledingstuk, bijvoorbeeld een hemd – dan heb je wellicht veel geld verloren.
Nog maar gildig
Een derde mogelijkheid is dat gildig gecombineerd wordt met nog maar. We zijn nog maar gildig begonnen betekent dat je nauwelijks, net begonnen bent. Hij sliep nog maar gildig betekent dat hij net in slaap gevallen is.
- ‘Grof gebouwd‘ en ‘grof gebouwd persoon’ in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD)
- gildig in de etymologiebank.nl
- gildig in woordenbank.be
- De Tier, V. (2023) Wat is gildig? In: Goeiemorgen Morgen, Radio 2, VRT, 20 maart 2023