Categorieën
Terug in de taal

kinderpokjes

Ook voor volwassenen het einde!

De coronapandemie ligt al weer enkele jaren achter ons en ook de recente griepgolf is inmiddels voorbij. Toch moet de mens voortdurend op zijn hoede zijn voor bacteriële en virale infecties. Begin dit jaar kwam uit Amerika het bericht dat in de staat Louisiana iemand was overleden aan de gevolgen van de vogelgriep. Vorige week maakten virologen uit het Chinese Wuhan bekend dat zij bij vleermuizen op een nieuwe coronavariant waren gestuit, die ook in staat is om menselijke cellen te infecteren. En alsof dat nog niet genoeg is: in Congo waart een mysterieus virus rond dat de afgelopen weken al aan meer dan vijftig mensen het leven heeft gekost. Dat was vroeger natuurlijk niet anders: ook onze voorouders kwamen in aanraking met allerlei besmettelijke ziektes, zoals de pest en de kinderpokjes.

Louis I van Spanje overlijdt aan de kinderpokken, via Wikimedia Commons

Niet kinderachtig

Afgaand op de naam – met als eerste lid kinder– en met de verkleiningsuitgang –jes – zou je kunnen denken dat het hier om een tamelijk onschuldige ziekte gaat. Maar dat is beslist niet het geval. De kinderpokjes of kinderpokken waren toentertijd een bekende, zeer gevaarlijke en gevreesde ziekte, die gekenmerkt werd door met smetstof gevulde blaasjes,  blaartjes of puistjes. Lang niet iedereen die het virus opliep, overleefde het. Op 29 april 1645 stond in de Tijdinghe uyt verscheyde quartieren het volgende, droevige bericht:

Tot Maestricht regneren de Kinder-pocxkens, daer zijn naest [‘sinds’] vier Maenden herwaerts over de 600 kinderen van gestorven.

Kinder- en volwassenenziekte

De naam kinderpokken betekent niet dat volwassenen geen kans lopen de ziekte te krijgen. Pokepidemieën kwamen vroeger veelvuldig voor, vaak met tussenpozen van slechts enkele jaren. Het overgrote deel van de besmettingen vond plaats bij kinderen, van wie er velen stierven. Maar als zij de ziekte hadden doorgemaakt, dan hadden zij voldoende antistoffen opgebouwd. De kans dat zíj de ziekte opnieuw kregen, was daardoor aanzienlijk geslonken. Bij een nieuwe epidemie had het virus weinig grip op hen, maar op een nieuwe lichting jonge kinderen des te meer. Vandaar de naam kinderpokken.

Inentingen

Aderlaten was vroeger een beproefde methode om te proberen iemand te genezen die leed aan de kinderpokken. Gedurende de achttiende eeuw vatte het idee post om gezonde mensen in te enten met een geringe hoeveelheid smetstof van een pokkenlijder. Dit werd inoculatie of variolatie genoemd. Vanwege het gebruik van levend pokkenvirus was deze methode niet geheel van gevaar ontbloot. Een veiliger oplossing die vooral in de negentiende eeuw opgeld deed, was de nu zo vertrouwde vaccinatie. Daarbij krijgen mensen een inenting met verzwakte of gedode koepokstof, dus niet met menselijke smetstof. Het lichaam gaat daardoor antistoffen maken waardoor het ook beschermd wordt tegen het gewone pokkenvirus.

Van de koe

In het woord vaccinatie zit het Franse woord vaccin, een verkorte vorm van virus vaccin. Het laatste woord is afgeleid van het Latijnse woord vaccinus, dat ‘van de koe’ betekent. Een vaccin is dus eigenlijk een ‘virus van de koe’. Later werd het woord vaccin gebruikt voor elk preparaat waarmee tegen een bepaalde ziekte wordt ingeënt. Dankzij deze vaccinaties lopen we een kleinere kans om besmet te raken met een virus of verloopt de ziekte minder heftig dan bij niet ingeënte mensen.


Meer lezen