Categorieën
Uit de streek

klocht

Dialectwoorden voor een zwerm vogels.

De dagen worden langer. Het wordt soms al iets warmer en mensen komen weer meer naar buiten voor een wandelingetje. Je hoort het gekwetter van vogels en zo nu en dan zie je een klocht vogels overvliegen. Een klocht is een zwerm, een grotere groep vogels die samen vliegen. Je hoort het woord vooral in Noord-Brabant en Nederlands-Limburg, zoals op de kaart van de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD) te zien is. Waar komt het woord vandaan en welke andere woorden bestaan er in de Nederlandse dialecten om een zwerm vogels te benoemen?

Foto: PxHere

Kluchtige klocht

In de Brabantse en Limburgse dialecten hoor je zowel klucht als klocht. Het Standaardnederlands kent onder andere een klucht patrijzen. Klocht is de frequentste uitspraakvariant in ons taalgebied, maar hier en daar hoor je ook klucht. Klocht wordt niet enkel in de Zuidelijk-Nederlandse dialecten gebruikt, je hoort het ook wel in het noordoosten van Nederland. Het wordt zowel voor een ‘groep vogels’ als voor een ‘groep mensen’ gebruikt en het heeft nog heel wat andere betekenissen.

Klucht is verwant aan het werkwoord klieven ‘splijten’. Een klucht of klocht is dus eigenlijk een deel dat afgespleten wordt. Het wordt dus voor een afgezonderde troep vogels gebruikt, maar ook voor een afgezonderd stuk van een dorp of stad (een wijk) of een groep mensen. In het Nederlands kennen we klucht nu vooral als een grappig toneelstuk. De oorspronkelijke betekenis daarvan was waarschijnlijk ‘een onderdeel van een toneelstuk’ maar evolueerde in de loop van de geschiedenis naar de specifieke betekenis ‘grappig toneelstuk’.

Ook het Oost-Vlaamse bres vogels kent een vergelijkbare evolutie. Bres is afgeleid van breken. De oorspronkelijke betekenis is ‘gat in een muur’ en evolueerde naar een ‘groot stuk dat afscheurt of afbreekt nadat de bres is gemaakt’. Later is het veralgemeend naar ‘grote hoeveelheid’.

Zwerm en vlucht

Zwerm is de standaardtaalbenaming. We gebruiken het niet alleen in combinatie met vogels, maar vooral met bijen. Het woord gaat terug op een klankwortel die ‘ruisen, fluisteren, geluid maken’ betekende. Bij een zwerm bijen kunnen we er ons zeker iets bij voorstellen. Een zwerm vogels verwijst dus wellicht naar het geluid dat zo’n groep vogels maakte. De e-uitspraak komt het vaakst voor, maar ook zwarm of zworm is bekend in het Nederlandse taalgebied. Vaak wordt ook een vlucht vogels gebruikt. Het woord is eveneens bekend in de standaardtaal, denk maar aan een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart. Vlucht is verwant met vliegen. Zoals op de kaart te zien is, komt vlucht verspreid in het hele taalgebied voor. In Frans-Vlaanderen geven enkele informanten het verwante vloge.

Kooi, krooi en kudde

Een kooi kennen we nu vooral in de betekenis van een hok, maar in sommige dialecten is een kooi vogels een zwerm vogels. De betekenis ‘hok’ is pas later ontstaan. De ‘groep’-betekenis zou volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) wel eens de oorspronkelijke betekenis kunnen zijn en dan van hetzelfde woord afstammen als kudde. Kudde wordt nu vooral voor zoogdieren gebruikt, maar de DSDD-informanten kenden het ook voor vogels, vooral in het zuiden van zowel Vlaanderen, Brabant als Limburg. Krooi is in de DSDD vooral opgetekend in Noord-Brabant. Het lijkt op het Engelse woord crowd ‘menigte’. In krooi is een d weggevallen, het is immers ontstaan uit crode ‘troep, bende’. Het werkwoord dat eraan ten grondslag ligt is cruden ‘voortduwen, samendrukken’. Ook krui– in kruiwagen is hiervan afgeleid.

Klad en andere troep

Klad heeft veel betekenissen, en een ervan is volgens het WNT ‘een zekere hoeveelheid van iets’. Een klad vogels past hierin. Volgens het WNT is het vooral in Vlaams-België bekend. In het DSDD-materiaal komt de naam nog voor in Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, Antwerpen en Noord-Brabant. Een groep(je) kan in het Nederlands ook een troep, bende of hoop zijn. Troep wordt verspreid in het taalgebied gebruikt voor zwermen vogels. Ook troepel is opgegeven door een informant: -el is in dit geval een verkleiningsachtervoegsel, een troepje dus.

Bende komt vaak voor in de West- en Oost-Vlaamse dialecten en hoop is een vrij algemeen woord om een groep aan te duiden. Er bestaan nog heel wat namen om een groep vogels of een groep dieren te benoemen. In de DSDD zijn nog andere woorden opgegeven als dialectwoord voor ‘zwerm vogels’. Sommigen kennen een klamp, anderen een slag of een wolk. Niet voor elk woord is even duidelijk wat de herkomst is.


Meer lezen