“Wat een goede smaak, lekker wrang!”, zei schrijver Jan Wolkers ooit toen hij in een televisieprogramma over zijn achtertuin met smaak een bes opat. Wat bedoelde hij met wrang, en hoe komen we aan dat woord?
Wrang betekent ‘zuur’, en het is afgeleid van het werkwoord wringen. In de middeleeuwen betekende wrang iets anders: ‘verdraaid’, en ook ‘krom’ of ‘afwijkend’. De betekenis ‘zuur’ of ‘bitter’ is waarschijnlijk hieruit ontstaan: als je iets zuurs eet of drinkt, verwringt je mond: je trekt er een gekke bek van.
Pijnlijk
Daarna kreeg het woord ook de figuurlijke betekenis ‘pijnlijk, naar’, vooral om bepaalde situaties te omschrijven. Als een bankdirecteur zijn werk slecht doet, maar toch miljoenen opstrijkt, is dat wrang. Of als je beste vriend er met jouw vriendin vandoor gaat.
- wrang in de Taalbank Nederlands