Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
Terug in de taal

kijkpis

Rioolwater onderzoeken op het coronavirus lijkt een innovatieve methode, maar kijken naar urine geeft al eeuwen lang informatie over ziektes en kwalen

In de strijd tegen COVID-19 brengt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een bijzonder wapen in stelling. Sinds 7 september 2020 onderzoekt het RIVM bij álle ruim 300 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland het rioolwater op de aanwezigheid van het nieuwe coronavirus. Dit virus komt namelijk met de ontlasting van mensen in het rioolwater terecht. We zouden het RIVM dus een hedendaagse piskijker kunnen noemen.

Piskijker en boerenfamilie – Rijksmuseum / CC0 via Wikimedia Commons

Diagnose

Dat ontlasting en urine veel informatie bevatten over iemands gezondheid, is al eeuwen bekend. Tegenwoordig kan een huisarts of doktersassistent met behulp van een test snel en eenvoudig vaststellen of een patiënt een aandoening onder de leden heeft. In de middeleeuwen ging dat anders in zijn werk. Werd je gekweld door een kwaal dan bracht je een flesje urine naar een kijcpisse – een ‘kijkpis’. Door goed te kijken naar je water stelde hij een diagnose en gaf hij advies of verstrekte hij medicijnen om de ziekte te genezen. De vraag is in hoeverre deze informatie betrouwbaar was. Met deze vorm van urineonderzoek lieten zich behoorlijk wat kwakzalvers in.

Van kijkpis naar piskijker

Na de zestiende eeuw komt het woord kijcpisse niet meer voor. Het beroep werd vanaf toen aangeduid met de woorden zeikziender, pisbeziender, pisbekijker of piskijker. Bijzonder is dat de twee delen van het woord kijkpis daarbij zijn omgedraaid. In plaats van een soort pis is er nu sprake van een soort kijker. Overigens kwam dat verschijnsel in het verleden wel vaker voor. Zo sprak je van spelbreker maar ook van brekespel, voerde de doeniet evenmin iets uit als de nietsdoener en strafte een hangedief (‘beul’) een crimineel op dezelfde wijze als een diefhanger.  

Spotnaam

Piskijker was vroeger een dikwijls voorkomend beroep. Vandaar het woord ook werd gebezigd als spottende benaming voor een dokter. Het personage Schyn-heyligh in het gelijknamige toneelstuk van de zeventiende-eeuwse dichter Bredero heeft geen goed woord over voor dokters. Hij bestempelt ze als kack-proevers en pis-kijckers. Vierhonderd jaar later doen de wetenschappers van het RIVM dat nog altijd. Maar de betrouwbaarheid van hun onderzoek zal beduidend hoger liggen. 


Meer lezen

Ga naar de inhoud