Als sinistere figuren in het midden van de nacht met de kolf van hun geweer op een gammele deur gaan bonzen en ‘Schnell! Schnell!’ roepen, dan zijn het Duitsers. Negen kansen op de tien zie je diezelfde figuranten even later met hun grimmige gezichten en hondsdolle rottweilers naast een trein staan waarvan de schuifdeuren knarsend opengaan tot opluchting van wie daarbinnen nog leeft. Ook dan roepen die Duitsers: ‘Schnell! Schnell!’
Ik weet het, Duitsers kunnen aardige mensen zijn, maar dat zijn nu eenmaal de clichés van Hollywood. Ik ben daarmee opgegroeid en als iemand mij zoveel jaar na een wereldoorlog die ik niet eens heb meegemaakt aanmaant ‘snel, snel’ te zijn, lopen de koude rillingen over mijn rug.
Ik begrijp dus niet waarom de lezers van mijn krant geregeld al op de voorpagina gesommeerd worden ‘snel’ door te bladeren naar bladzijde zoveel, waar ze een bon kunnen vinden waarmee ze een halve euro korting kunnen krijgen op een gezinsverpakking flessenwater of zo. Want als ik meteen naar die advertentie toe vloog zou ik boeiende informatie aan mijn neus zien voorbijgaan, en het is toch daarvoor dat ik een krant koop en niet voor een plas water in een fles?
In welke opgefokte marketeerskop is het idee ooit gaan gisten dat je mensen een dienst bewijst als je ze met de zweep opjaagt om in de hoogste versnelling te gaan als het erop aankomt reclameblaadjes te lezen, bonnetjes in te vullen en uiteindelijk producten te kopen? Je ziet het overal. Bestel nu snel je exemplaar! Open gauw deze envelop! Ga direct naar uw buurtwinkel! Vraag vandaag nog een bezoek van onze vertegenwoordiger! Vul meteen je gegevens in! Spurt nu als een razende zot naar uw bank!
Stel je voor dat ze ons overal zo opjagen. Beste bruid en bruidegom, geef vlug mekaar de hand en zeg me rap na. Vergeet niet de wc spoedig door te trekken, ook na een kleine boodschap. Lieve vriendin, geniet als de gesmeerde bliksem van deze verjaardagstaart.
Het enige effect van dat jachten en jagen lijkt me te zijn dat mensen niet de tijd nemen om na te denken en dus blindelings in de commerciële val lopen. Daar zouden consumentenverenigingen iets aan moeten doen. Een radicaal verbod om lezers op stang te jagen en ze roekeloze beslissingen te laten nemen. Een verplichting om bij elke advertentie een disclaimer te zetten: ‘Ga er even rustig bij zitten en denk na of u dit wel echt nodig hebt. Misschien is uw leven wel eenvoudiger zonder dit product.’ Wellicht niet zo goed voor onze economie, maar ongetwijfeld een zegen voor de volksgezondheid, die al zo erg te lijden heeft.
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.
E-mail: ludo.permentier@telenet.be