Nederland is op z’n minst gedeeltelijk aansprakelijk voor de snelle verspreiding van een door en door Vlaams woord: de camionette (spreek de laatste -te niet uit). Dat is wat Nederlanders een ‘bestelwagen’ noemen. Volgens deskundigen rijden er in België meer dan achthonderdduizend camionetten rond, of 1 per 14 inwoners (in Nederland 1 per 22 inwoners). Twee derde van alle goederen die in België onderweg zijn, zit in een camionette. En dat komt allemaal door het succes van (voor een groot deel Nederlandse) internetwinkels.
Je kunt in België niet over straat lopen of je botst tegen PostNL. Laatst zelfs een zonder bestuurder. Die wagen was op eigen houtje gaan rijden en dat heeft twee mensenlevens gekost. Vandaar de kreet in sommige kranten: stop de camionettisering!
Cowboys
Het woord is niet nieuw. Het is vijf jaar geleden in omloop gebracht door een deskundige in logistiek, Alex Van Breedam. Die waarschuwde toen al voor de overlast die bestelwagens zouden bezorgen. Dat was een beetje te verwachten: mensen kopen meer en meer per internet en willen hun pakje zo spoedig mogelijk ontvangen. Omdat je voor een bestelwagen geen rijbewijs van een vrachtwagenbestuurder nodig hebt, kan iedereen koerier worden. Er komt ook geen tachograaf aan te pas en geen controles op rusttijden. De deur van de logistiek stond (letterlijk) wagenwijd open en er is een kudde cowboys doorheen getrokken.
Camionette is het verkleinwoord van camion, een vrachtwagen. Van Dale bestempelt deze Vlaamse woorden als ‘spreektaal’, dus niet als standaardtaal. Ook het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) zegt dat camion en camionette ‘(vooral) in België’ gebruikt worden.
Daar heeft een handige taalgebruiker dus camionettiseren en camionettisering van gemaakt, met de achtervoegsels –iseren en –isering, die we kennen van woorden als actualiseren, populariseren en ridiculiseren. De kern van zo’n woord is een bijvoeglijk naamwoord, en dan vooral een dat we nog als uitheems herkennen: actueel populair en ridicuul.
Uberisering
Relatief nieuw is het gebruik met zelfstandige naamwoorden, vaak namen van plaatsen of instellingen. In Van Dale vinden we onder meer blokkerisering (‘het verschijnsel dat in winkelstraten (bijna) alleen nog winkels van grote ketens te vinden zijn’), jutlandisering (‘economische stagnatie als gevolg van een geïsoleerde ligging, te lage investeringen in kennis en innovatie enz.’), mcdonaldisering (‘het homogeen worden of maken van verschillende culturen, bv. de eetcultuur’), pretparkisering (‘transformatie van instellingen, wijken e.d. tot attracties’) en uberisering (‘het aanbieden van diensten door niet-beroepsbeoefenaars onder de prijs waarvoor professionals dezelfde of vergelijkbare diensten aanbieden, bv. taxivervoer’)
Negatief
Het lijkt me geen toeval dat die woorden negatief geladen zijn. Waar dat door komt, kan ik niet verklaren. Misschien omdat we voornamelijk de moeite nemen om een woord te verzinnen als we het onderwerp van dat woord verafschuwen? Zou kunnen. Als u me niet gelooft: neem zelf de proef op de som en vorm een nieuw woord op de wijze die ik beschreven heb. Probeer het maar: teslaïsering, schiphollisering, boldotcommisering, roltrappisering. Belooft weinig goeds, toch?
Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.
Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.
E-mail: ludo.permentier@telenet.be