Categorieën
WoordHoek

De koloniale dekolonisatieoorlog

Waarom bestaan er zoveel verschillende namen voor de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië? En waarom wordt nu bij de erkenning van systematisch extreem geweld het woord oorlogsmisdaad vermeden?

Ik kan me nog herinneren dat op de middelbare school de aanduiding ‘politionele actie’ me verwarde. Huh, politioneel? Had de Nederlandse overheid dan indertijd de politie naar Indonesië gestuurd? Op de foto’s in mijn geschiedenisboek zag je toch duidelijk militaire uniformen. Bovendien ging het om lange kolonnes met zwaar geschut – dat zag er toch eerder uit als een invasie of bezetting dan als een actie.

Wat zeker niet zal hebben geholpen is dat wij, leerlingen van een Rotterdamse mavo in de jaren zeventig, les kregen van een man die in Nederlands-Indië had gevochten. Ik schrijf hier met opzet “Nederlands-Indië”, want als wij de naam Indonesië gebruikten ging onze geschiedenisleraar, tevens schooldirecteur, compleet uit z’n dak. Hij schreeuwde dan dingen als: “Indonesië? Het is Nederlands-Indië, stelletje snotapen! Ik heb daar jongens zien sterven voor onze kolonie, dus het kan me niet schelen wat er in jullie boek staat, hier zeggen en schrijven wij Nederlands-Indië, anders krijg je een onvoldoende!”

Vuile oorlog

Flink getraumatiseerde oorlogsveteraan, denk ik nu, maar zo zal hij zichzelf niet hebben genoemd, want in zijn beleving had hij deelgenomen aan een actie, niet aan een oorlog.

Vorige week werd het eindelijk officieel vastgesteld: Nederland vocht daar een vuile oorlog. Waarin systematisch excessief geweld is gebruikt.

De vraag is hoe die oorlog moet worden genoemd, want taal is belangrijk in dit soort kwesties – dat zie je maar aan de kracht van de verhullende aanduiding politionele actie. De Indonesiërs hebben het over de ‘Revolusi Nasional Indonesia’, de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. In het nieuws van vorige week viel me op dat er twee benamingen door elkaar werden gebruikt: “koloniale oorlog” en “dekolonisatieoorlog”.

In het rapport Over de grens. Nederlands extreem geweld in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, 1945-1949 worden ook nog genoemd “Indonesië-oorlog” en “Nederlands-Indonesische oorlog”. In de inleiding bij dit rapport schrijft Gert Oostindie dat er voor al deze aanduidingen wat te zeggen is. Dekolonisatieoorlog blijkt aan te sluiten bij internationale debatten waarin die term gangbaar is. De samenstellers van het rapport geven de voorkeur aan onafhankelijkheidsoorlog, omdat dit recht doet aan het Indonesische perspectief. Het sluit ook beter aan bij vergelijkbare historische gebeurtenissen, zoals de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog.

Oorlogsmisdaden

Een woord dat de samenstellers van dit rapport hebben vermeden is oorlogsmisdaden. Frank van Vree, een van de samenstellers, verklaarde daar kort na de presentatie spijt van te hebben. “We hadden denk ik moeten zeggen: extreem geweld inclusief oorlogsmisdaden.”

Ook hier zie je het belang van taal. Het woord oorlogsmisdaad heeft juridische consequenties en is daarom vermeden. Het rapport stelt:

Wanneer men het gebruik van geweld door Nederlandse militairen bijvoorbeeld als ‘oorlogsmisdaad’ bestempelt, is dat zeer problematisch omdat het Nederland op dezelfde lijn zet als nazi-Duitsland of Japan in de Tweede Wereldoorlog. En wanneer dit concept wordt toegepast bij gerechtelijke processen, is het de vraag of een Nederlandse rechter deze zaken in behandeling kan nemen, want worden oorlogsmisdaden niet aangemerkt als internationale misdaden? Hetzelfde geldt voor het gebruik van de term ‘genocide’, die ernstige politieke en juridische implicaties heeft. De publieke reacties in Nederland en Indonesië zouden sterk van elkaar verschillen als allerlei concepten strikt werden toegepast. Op basis hiervan hebben de onderzoekers eensgezind besloten de term ‘extreem geweld’ te gebruiken.

Wie wil weten welke vormen van “extreem geweld” het Nederlandse leger heeft gebruikt, hoeft dit rapport niet te lezen, hoe degelijk en interessant ook. Je krijgt al een goede indruk door te kijken naar dit befaamde interview met de veteraan Joop Hueting (1927-2018), op 17 januari 1969 uitgezonden door de VARA. Het schaamrood stijgt je naar de kaken, althans zo verging het mij.

Die schaamte neemt nog toe als je weet hoeveel moeite Hueting, de eerste en lange tijd de enige militair die naar buiten trad over de begane misdrijven in Indonesië, heeft moeten doen om gehoord te worden. Al in de jaren vijftig benaderde hij onder meer Het Parool en de Nieuwe Rotterdamsche Courant, maar die wilden zijn verhaal niet publiceren. Nadat Hueting in 1968 was gepromoveerd, werd hij geïnterviewd door de Volkskrant.

Eufemisme

Ik heb altijd gedacht dat kritiek op de verhullende aanduiding “politionele acties” pas dateert van de laatste decennia. Maar de Volkskrant noemt die benaming al in 1968 een eufemisme. “In feite”, schrijft die krant, was het “een klassieke militaire strafexpeditie”. Vol systematisch extreem geweld dat werd gestimuleerd door de legerleiding, gedoogd door de politiek en hardnekkig verzwegen door de media.


Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van WoordHoek? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.

Ewoud Sanders is journalist en taalhistoricus. Hij schrijft elke week voor het Instituut voor de Nederlandse Taal.

Twitter: @ewoudsanders

Ga naar de inhoud