Qualitytime met de kids op papadag. Een koffietje doen met de collegaatjes. Chillen op een fissa met je matties. De jaarrekening anders aanvliegen. Hun irriteren zich aan die meisje. Krijg je jeuk van dit soort taal? Dat kan kloppen, want onnodig Engels, verkleinwoorden, jongerentaal, jargon op de werkvloer en fouten behoren tot de grootste taalergernissen. Vijf jaar lang verzamelde het Instituut voor de Nederlandse Taal al dit soort taalergernissen tijdens de verkiezing Weg met dat woord! In 2018 kwam er een boek vol taaljeuk uit, gebaseerd op alle inzendingen van de verkiezing.
De verkiezing
Via de verkiezingswebsite wegmetdatwoord.org konden deelnemers al hun ergerwoorden insturen. Op basis van alle inzendingen en motiveringen werd een top tien samengesteld waar je vervolgens een woord van kon wegstemmen. In 2017, het laatste jaar van de verkiezing, waren er twee top tienen: een voor Nederland en een voor Vlaanderen. Het woord met de meeste stemmen werd uitgeroepen tot de verliezer van dat jaar. De verliezers waren achtereenvolgens kids (2013), oudjes (2014), me (i.p.v. mijn) (2015), diervriendelijk vlees (2016) en genderneutraal (Nederland) en ik heb zoiets van (Vlaanderen) (2017).
Bekijk de uitslagen van alle jaren
Het boek: Kids, koffietjes & comfortzone
Als afsluiting van vijf jaar Weg met dat woord! verscheen in 2018 het boek Kids, koffietjes en comfortzone. Waarom taal soms irritant is. In dit boek bespreken organisatoren Vivien Waszink en Laura van Eerten de ingestuurde ergerwoorden uit Nederland en Vlaanderen, en gaan ze ook wat dieper in op die taalergernissen. Want waarom is taal zo irritant?En dat is nog niet alles: in het boek staan ook columns over taaljeuk, onder andere van schrijfster Griet Op de Beeck, die gruwt van het woord passie. Journalist Patrick Van Gompel heeft het moeilijk met verkleinwoordjes in restaurantjes. En taalkundige Marc van Oostendorp ergert zich juist aan de ergernis.