“Te is nooit goed”, luidt een Nederlandse wijsheid. Dat geldt zeker ook voor onze medeklinkers en klinkers. Staan er te veel medeklinkers samen aan het einde van een lettergreep? Dan hebben we daar liever een klinker tussen, zoals je kunt lezen in een eerdere Grammaticasafari: melk spreken we uit als mel-luk en arm wordt ar-rum.
Maar ook te veel verschillende klinkers bij elkaar vinden we maar niks. Dat hoort niet. Die moeten gescheiden worden! Wat zetten we daar dus tussen? Juist, een medeklinker. Spreek onderstaande woorden maar eens uit:
- theater
- bioscoop
- januari
- ruïne
We zeggen tee-j-ater, bi-j-oscoop, janu-w-ari, ru-w-iene. Met de glijklank j of w ertussen. Dat praat wat makkelijker. Erg consequent zijn we hierin niet, want na een a vinden we het weer niet nodig: farao, chaos.
Zelfs klinkers die toevallig naast elkaar komen te staan in een zin zijn niet veilig:
- ik doe het > ik doe-w-et
- het gekke is > het gekke-n-is
- hij wilde het > hij wilde-n-et
Te veel opeenvolgende klinkers, dat noemen we klinkerbotsing. ‘T is maar dat je-n-et weet!
- Lees meer over glijklankinvoeging in woorden en tussen woorden in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (e-ANS)