De gevoelige kant van het woordje een.
Frank Landsbergen
Botsende klinkers
Twee klinkers op een kussen? Daar komt een medeklinker tussen!
Er was er es een woordje
Typisch Nederlands, bescheiden en multi-inzetbaar.
Fladderige woordjes
Voor, achter en om woorden heen.
Lurven en hersenen hebben geen enkelvoud. Net als ingewanden en hurken. Hoe zit dat?
Het ene uur is het andere niet
Einstein in taal.
Veel gemak met de svarabhak(ti)
Een klinker die iedereen gebruikt, maar die maar weinigen van naam kennen.
Tsjonge jonge, deze woorden houden zich niet aan de regels!
Richting nieuwe voorzetsels
Hoe gesloten woordsoorten soms toch een beetje open zijn.
Waarom je niet alleen kunt kijken, maar ook kunt kijken-kijken.
Wat een toestand!
Naast tijd is er ook aspectualiteit.
De genitief bemoeit zich ook met voornaamwoorden.
’s Ochtends, ’s zomers en tweemaal daags: de genitief bij tijdsbepalingen.
De -s in moois is een overblijfsel van de genitiefnaamval.
Een vraag met een ontkenning stel je niet voor niks.
Het achtervoegsel -lijk kon vroeger wél zelfstandig voorkomen.
Wanneer je een gestelde vraag niet beantwoordt, maar herhaalt.
Een kleur kun je niet kleiner maken, maar toch kan iemand een ‘groentje’ zijn. Hoe zit dat?
Maak kennis met de affixoïde: een woord dat in een samenstelling een specifieke betekenis krijgt.
Zeg dat je niet hoeft te gaan, schat
Uitdrukkingen die je alleen in een negatieve omgeving kunt gebruiken.
Er zijn woorden die de vorm hebben van een voltooid deelwoord, maar dat niet zijn.