Je zou het misschien niet altijd zeggen, maar wij Lage Landers hebben een uitstekend gevoel voor ritme. Dat laten we niet alleen zien op de dansvloer, maar ook als we praten.
We wisselen namelijk graag beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen af: PASta, geLOOF, AUtoMAAT, WANdeLING, FUNdaMENT.
Die drang naar een lekker ritme is zo sterk, dat we de klemtoon er zelfs voor verschuiven als dat beter uitkomt. Zo zeggen we:
- PASta
Maar als we het samenvoegen met tand, wordt het:
- TANDpasTA
Hetzelfde zien we bij samenstellingen als ATlas – BOSatLAS en EIland – BOOReiLAND. En we doen het net zo makkelijk bij woordgroepen: hardOP – HARDop VOORlezen.
Liever luieren dan dansen
Maar bij woorden als FUNdamenTEEL en FOnoloGIE wisselen we onbeklemtoond en beklemtoond toch niet af? Dan zou het namelijk funDAmenTEEL en foNOloGIE moeten zijn. Inderdaad. Dat komt omdat we beklemtoonde lettergrepen het liefst aan het linker- en rechtereind van een woord zetten. Dat noemen we het ‘hangmatprincipe’, omdat het klemtoonpatroon er een beetje uitziet als de vorm van een hangmat. Houden we blijkbaar dus nog nét iets meer van luieren dan van dansen.
- Lees meer over klemtoonverschuiving in de Algemene Nederlandse Spraakkunst.