Eigenaar van een bedrijf in de voedselketen die minimaal een miljard aan vermogen heeft dankzij hoge voedselprijzen. “‘Voedselmiljardairs’ zien vermogen bijna verdubbelen door hoge prijzen en hongersnood, berekent Oxfam,” kopte de Volkskrant vanochtend. Voedselmiljardair is een zogeheten doorzichtige samenstelling: je ziet meteen uit welke twee delen het woord is gevormd (voedsel en miljardair) en je weet bovendien wat die twee delen (ongeveer) betekenen. Toch zal de betekenis van het woord als geheel niet voor iedereen direct duidelijk zijn: je moet eigenlijk het artikel lezen om het goed te begrijpen. Het gaat hier om ondernemers in de voedselketen, van handelaren in agrarische grondstoffen tot supermarkteigenaren, die profiteren van de voedselcrisis.
De prijsstijging van de voedselgrondstoffen was al tijdens de coronapandemie begonnen en gaat nu gestaag verder als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, beide zeer belangrijke graanproducenten. “Volgens een telling van Oxfam is het aantal ‘voedselmiljardairs’ de afgelopen twee jaar met 62 gestegen tot 245.” Andere voorbeelden van miljardairs die in een bepaalde sector rijk zijn geworden, zijn entertainmentmiljardair, internetmiljardair en stenenmiljardair (‘vastgoedmagnaat’).
‘De een zijn dood is de ander zijn brood,’ schreven we drie weken geleden al in deze rubriek, naar aanleiding van het woord zoöp. We kunnen het gezegde hier helaas herhalen, en dit keer is het – wrang genoeg – zo mogelijk nóg toepasselijker.
Bron:
