Categorieën
Nieuw woord van de week

zee­stopcontact

Zeestroom­contactdoos.

Offshore convertorstation dat de energie die door windmolens op zee wordt opgewekt verzamelt en omzet van wisselstroom in gelijkstroom, die vervolgens via kabels naar het hoogspanningsnet op het vasteland wordt geleid. Het nu nog sporadisch voorkomende woord zeestopcontact kwam voor het eerst voor in 2014, maar zal in de toekomst vast veel vaker worden gehoord. “Negen landen, verenigd in de Noordzee Energiecoöperatie (NSEC), kondigden maandag in Dublin aan dat ze tot 2050 voor 260 gigawatt windvermogen op zee willen bouwen. Als de plannen doorgaan, worden er vele duizenden windturbines bijgebouwd en komt straks meer dan 85 procent van het Europese doel voor zeestroom van de Noordzee, ” schrijft de Volkskrant op 12 september. “De landen die maandag hun windplannen ontvouwden, gaan […] gezamenlijk […] zogenoemde zeestopcontacten inkopen.” Al die zeestroom moet je namelijk eerst van wisselstroom omzetten naar gelijkstroom, anders verlies je bij het kabeltransport te veel energie. Een zeestopcontact is natuurlijk geen witte wandcontactdoos, maar een gigantische gele ‘doos’ op poten, compleet met slaapplaatsen en een helikopterplatform. Het woord roept misschien in eerste instantie bevreemding op, omdat iedereen van jongs af aan te horen krijgt dat je nooit met water in de buurt van een stopcontact mag komen…

Illustratie door Maartje Schuurmans

Bronnen:


Meer lezen

Ga naar de inhoud