Het verkoudheidsvirus grijpt de laatste weken flink om zich heen. Talloze mensen hebben last van hoofdpijn, keelpijn en een verstopte neus. Sommigen nemen hun toevlucht tot een paracetamolletje, anderen duiken onder de wol, terwijl weer anderen zweren bij een huismiddeltje als een gesneden ui naast het bed. Nee, dan klinkt een borstkoekje toch als een aantrekkelijker alternatief in de oren.

In het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) wordt het borstkoekje stiefmoederlijk behandeld. Het komt slechts op twee plaatsen voor. Ten eerste in een lange reeks temidden van allerhande bekende en minder bekende koeken en koekjes als bitterkoekje, klaaskoekje en liefkoekje. Ten tweede in een eveneens lange opsomming van geneesmiddelen bij luchtwegaandoeningen, die meestal als doel hebben om het slijm op te lossen danwel om het hoesten tegen te gaan of te verzachten.
Huishoudwoordenboek
Bij sommige van die woorden wordt een korte verklaring gegeven maar helaas ontbreekt die bij borstkoekje. De redactie van het WNT verwijst alleen naar het Algemeen huishoudelijk-, natuur-, zedekundig- en konst-woordenboek van de Franse pastoor M. Noël Chomel (1633-1712), waarvan de Nederlandse vertaling tussen 1768 en 1777 in zeven delen het licht zag.
Volgens deze Franse pastoor behoren borstkoekjes tot de middelen die verlichting kunnen geven bij borst- en longziektes. Denk daarbij overigens niet aan een tot lekkernij dienend baksel van deeg waaraan ingredienten zijn toegevoegd die de smakelijkheid verhogen. Nee, koekje moet hier opgevat worden als ‘tablet’ of ‘pastille’. Het bestaat dus uit een geneesmiddel waaraan een aangenaam smakende stof en een bindmiddel is toegevoegd.
Lekkernij
De borstkoekjes zullen vermoedelijk het formaat van een twee-euromunt hebben gehad, net zo groot als de borstplaat die tegenwoordig weer deel uitmaakt van het assortiment van de banketbakker. Dat rond gegoten plaatje van suiker, dikwijls vermengd met chocolade, citroen enz., is voor de meesten een typische sinterklaaslekkernij maar toentertijd het ook als middel tegen het hoesten. Als borstkoekje dus.
Heel hoestend Holland ‘bakt’
Recepten om zelf borstplaat te maken, zijn er in overvloed op internet, maar hoe je zelf borstkoekjes moet maken, is een stuk lastiger te vinden. Maar gelukkig helpt Noël Chomel ons uit de brand met het onderstaande recept. De ingrediënten zijn nog steeds te verkrijgen, maar – zoals wel vaker het geval is bij oude recepten – zul je zelf wat moeten experimenteren met de hoeveelheden, in dit geval van de gom en het rozenwater:
Om witte Borst koekjes te maaken.
Neemt van de beste witte zuiker, anderhalf pond gepoederde Florentijnsche lisch wortel [lissoort met witte bloemen met bruine of groene adertjes], twee en een half once; ameldonk [droge stijfsel], een half once; maakt hier van met slijm van gom draganth [gom van struiken uit het geslacht Astralagus] in roosenwater uitgetrokken, een dikke massa, en formt er kleine ronde Koekjes van, die gij op een warme plaats moet laaten droogen.
Als je verkouden bent of moet hoesten, kun je er eentje in je mond nemen en er langzaam op sabbelen. Zo komt de werkzame stof in je lichaam terecht en zul je je snel weer beter voelen. Beterschap!
- ameldonk in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)
- borstkoekje in het WNT
- borstplaat in het WNT
- koekje in het WNT
- rozenwater in het WNT
- tragantgom (gom draganth) in het WNT

