Een Vlaming komt uit Vlaanderen en een Fransman uit Frankrijk. Hoe kan een fransman dan een Vlaming zijn? Mijn opa, Frans Libeer, was een Vlaming afkomstig uit Kuurne. Hij was ook één van de vele ‘franschmans’ uit zijn tijd. En neen, niet omdat zijn voornaam Frans was.
Toen mijn opa in juli 1929 van zijn huwelijksreis naar Blankenberge terugkwam, was er geen werk. Er zat niets anders op dan over de grens te zoeken, in Frankrijk. Eerst werkte hij ver weg in Orléans, later ging hij op de fiets naar Tourcoing om in de vlasnijverheid te werken.
Vlamingen zoals Frans Libeer die als seizoenarbeider naar Frankrijk trokken, werden fransmans (met gangbaar West-Vlaams meervoud op –s) genoemd.
Hij was niet de enige Vlaming die toen zijn heil zocht in Frankrijk. De industriële revolutie in het midden van de 19e eeuw resulteerde in grote werkeloosheid in Europa en ook in Vlaanderen, die tot ver in de 20ste eeuw duurde. Er zijn schattingen dat er op het hoogtepunt (1926-1928) 100.000 grensarbeiders waren. De fransmans, in Frankrijk ook “les godverdommes” genoemd, waren regelmatig onderwerp in Vlaamse kranten, getuige de Vlaamse historische kranten, online gezet door de Koninklijke Bibliotheek van België.
- Fransman in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT).
- Vlaamse historische kranten online: http://opac.kbr.be/belgicapress.php?lang=NL
- Over de Vlaamse seizoenarbeiders: Dirk Musschoot, Van Franschmans en Walenmannen. (http://www.lannoo.be/van-franschmans-en-walenmannen).
- Documentaire Erik Pertz, “Les godverdommes sont là” (1992) over de Vlaamse grensarbeiders in Frankrijk.